Jan van Nassaustraat 21, 2596 BL Den Haag
Ma – Vr 8:30 – 17:30
post@driessenaccountancy.nl

Oudedagsreserve verhoogt ondernemingsvermogen niet

Onder bepaalde omstandigheden valt een opgebouwde oudedagsreserve vrij voor zover zij meer bedraagt dan het ondernemingsvermogen aan het einde van het jaar. Bij de berekening van het ondernemingsvermogen mag de ondernemer de oudedagsreserve niet meerekenen.

Een ondernemer heeft in het jaar 2016 de pensioengerechtigde leeftijd bereikt. Daarom moet zijn oudedagsreserve (FOR) vrijvallen. Tenminste, voor zover deze het ondernemingsvermogen eind 2016 overschrijdt. Aan het einde van 2016 hebben de activa van de onderneming een boekwaarde van € 4.072. De schulden bedragen € 632 en de FOR staat op € 15.173. Toch stelt de ondernemer dat de FOR het ondernemingsvermogen niet te boven gaat. Hij meent namelijk dat de hij de FOR mag optellen bij het ondernemingsvermogen. De inspecteur keurt dit echter af. Hij stelt dat het ondernemingsvermogen slechts € 4.072 -/- € 632 = € 3.440 bedraagt. In dat geval moet de FOR voor € 15.173 -/- € 3.440 = € 11.733 vrijvallen. Het geschil belandt voor Rechtbank Zeeland-West-Brabant.
De rechtbank haalt de wet erbij. In dit kader stelt de wet het ondernemingsvermogen op de boekwaarde van de onderneming na aftrek van de fiscale reserves. Hierbij moet men de FOR niet tot de fiscale reserves rekenen. De ondernemer hoeft de FOR dus niet af te trekken van de boekwaarde van zijn activa. Maar daar is dan ook alles mee gezegd. Het is niet toegestaan om de FOR op te tellen bij het ondernemingsvermogen. De rechtbank verklaart daarom het beroep van de ondernemer ongegrond.

Bron: Rb. Zeeland-West-Brabant 20-03-2020

Lager gebruikelijk loon door COVID-19

De Belastingdienst heeft aangegeven dat het gebruikelijk loon voor de rest van het jaar mag worden verlaagd in verband met de coronacrisis. Dit hoeft niet van te voren te worden afgestemd met de Belastingdienst.

Volgens het Forum Fiscaal Dienstverleners stelt de Belastingdienst zich, in verband met de coronacrisis, soepeler op met betrekking tot het gebruikelijk loon. Zo staat de fiscus toe dat een bv het gebruikelijk loon over 2020 achteraf bepaalt. Aan het einde van het jaar zullen ook meer gegevens bekend zijn om het gebruikelijk loon te bepalen. Bovendien mogen de bv en haar dga tijdelijk een lager maandloon overeenkomen. Dit geldt alleen voor de nog komende maanden. Het is niet toegestaan dat de bv het loon dat de dga al heeft genoten met terugwerkende kracht verlaagt. Zij hoeven daarvoor geen vooroverleg met de inspecteur te houden. Voor de verlaging van het maandloon geldt wel de voorwaarde dat de coronacrisis grote gevolgen moet hebben voor de omzet en liquiditeit van de bv.

Bron: Forum Fiscaal Dienstverleners 1 april 2020

Bijzonder uitstel van betaling uitgebreid

Uit een Kamerbrief van staatsecretaris Vijlbrief blijkt dat het versoepelde uitstel ook geldt voor de kansspelbelasting, assurantiebelasting, verhuurderheffing, milieubelastingen (EB/ODE, kolenbelasting, afvalstoffenbelasting, belasting op leidingwater), accijns (minerale oliën, alcohol en tabak), verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken en vergelijkbare belastingen in Caribisch Nederland. Het versoepelde uitstelbeleid geldt tot 19 juni 2020.

Voor deze belastingen kan in de loop van deze week (week 15) ook gebruik worden gemaakt van het onlineformulier om uitstel aan te vragen. Ook hiervoor geldt dat men hiervoor gebruik kan maken van DigiD. Vanaf het moment dat het formulier is ingediend, wordt de invordering voor een periode van drie maanden direct stil gelegd. Uitstel van betaling voor aangiftebelasting is echter pas mogelijk als een (naheffings)aanslag is ontvangen. Is er nog geen aanslag opgelegd, dan wordt het verzoek om uitstel niet in behandeling genomen. Het is niet nodig voor elke (nieuwe) belastingaanslag apart uitstel te vragen.

Douane
Naast de genoemde belastingen is het ook mogelijk dat wanneer bedrijven ten aanzien van douanerechten tijdelijk niet aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen, hiervoor op verzoek uitstel van betaling wordt verleend. Ook voor andere termijnen rond douaneformaliteiten zijn maatregelen genomen om in overleg met de betreffende bedrijven naar oplossingen te zoeken. Deze maatregelen zijn gebaseerd op de EU-douanewetgeving.

Meer dan drie maanden uitstel
Ook als ondernemers verwachten dat zij langer uitstel nodig hebben dan drie maanden, kan hier schriftelijk om worden verzocht. Bij een verzoek om uitstel voor langer dan drie maanden vervalt de eis dat een verklaring van een derde-deskundige mee moet worden gestuurd als de totale belastingschuld waarvoor uitstel wordt gevraagd minder dan € 20.000 bedraagt. Wel moeten cijfers worden meegestuurd waaruit blijkt dat de omzetcijfers of de bestellingen/reserveringen aanzienlijk zijn gedaald ten opzichte van de voorgaande maanden.
Bij een financieel belang van € 20.000 of meer blijft er wel een verklaring van een derde-deskundige vereist. De staatssecretaris wil dit echter zo eenvoudig mogelijk maken en kom binnenkort met een nadere uitwerking.
De Belastingdienst behandelt het schriftelijk verzoek om uitstel van betaling op dezelfde manier als een online verzoek.

G-rekening
Voor ondernemers met een g-rekening is het, naast de bestaande mogelijkheid voor het deblokkeren van overschotten, ook mogelijk om de g-rekening vrij te geven ter hoogte van het bedrag waarvoor bijzonder uitstel van betaling is verleend. Hierdoor krijgen deze ondernemers dezelfde mogelijkheden als ondernemers zonder g-rekening. Een instructie voor het aanvragen van de (aanvullende) deblokkering wordt op de website van de Belastingdienst geplaatst.

Energieleveranciers
Het kabinet wil de heffing van de EB en de ODE voor bedrijven tijdelijk uitstellen. Zo worden energieleveranciers de EB en de ODE over april, mei en juni 2020, alsmede de btw hierover, op een later moment verschuldigd dan normaal. Uitgangspunt hierbij is dat de energieleverancier voor leveringen in de maanden april, mei en juni 2020 geen EB en ODE, noch de btw hierover, in rekening brengt bij de betreffende klanten. In oktober 2020 worden de EB en ODE, vermeerderd met de btw hierover, via een aanvullende factuur alsnog in rekening gebracht en verschuldigd door de energieleveranciers. De goedkeuring geldt niet voor leveringen van aardgas en elektriciteit door energieleveranciers waarbij het tijdvak van de eindfactuur op een langere periode dan een kalendermaand ziet (huishoudens en kleinere bedrijven). Mochten bedrijven en particulieren als gevolg van de coronacrisis in betalingsproblemen komen, dan zijn de energieleveranciers bereid in gesprek te gaan om individuele afspraken te maken. Een en ander zal worden vastgelegd in een beleidsbesluit.

Bron: MvF 02-04-2020

Vraag online bijzonder uitstel van betaling aan

Het is nu mogelijk online bijzonder uitstel van betaling aan te vragen. Met het ‘Verzoek bijzonder uitstel voor 3 maanden’ vraagt ‘men automatisch uitstel aan voor alle aanslagen inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, omzetbelasting (btw) en loonheffingen.

Door inzending van het formulier wordt de invordering voor een periode van drie maanden direct stil gelegd. Uitstel van betaling is echter pas mogelijk als een aanslag is ontvangen. Is er nog geen aanslag opgelegd, dan wordt het verzoek om uitstel niet in behandeling genomen. Het is niet nodig voor elke (nieuwe) belastingaanslag apart uitstel te vragen.
Het formulier kan met behulp van DigiD worden ingevuld. Dit geldt zowel voor eenmanszaken en zzp’ers als voor ondernemingen met rechtspersoonlijkheid. In het laatste geval kan de werknemer of fiscaal dienstverlener met zijn eigen DigiD inloggen. Het DigiD zal verder niet worden gebruikt en niet worden opgeslagen. Op het formulier moet een RSIN of BSN worden ingevuld. Van die gegevens zal voor het uitstel worden uitgegaan.
De Belastingdienst stuurt een schriftelijke ontvangstbevestiging van het verzoek toegestuurd. In verband met de verwachte drukte kan dat enige tijd duren.

Boete
Ondernemers die een boete krijgen wegens te late betaling van hun aangifte omzetbelasting of loonheffingen vanwege de coronacrisis, hoeven geen actie te ondernemen. De boete zal automatisch worden teruggedraaid. Vanaf welk moment dit gebeurt is nog niet duidelijk. Men hoeft hiervoor geen bezwaarschrift in te dienen.

Schriftelijk uitstel
Schriftelijk bijzonder uitstel van betaling aanvragen voor drie maanden kan ook. Stuur daarvoor een brief aan de Belastingdienst met het verzoek om uitstel van betaling en geef aan dat door de uitbraak van corona er betalingsproblemen zijn. Ook als ondernemers verwachten dat zij langer uitstel nodig hebben dan drie maanden, kan hier schriftelijk om worden verzocht. Stuur het verzoek om uitstel met motivering naar:

Belastingdienst
Postbus 100
6400 AC Heerlen

De Belastingdienst behandelt het schriftelijk verzoek om uitstel van betaling op dezelfde manier als een online verzoek.

De Belastingdienst vraagt ondernemers nadrukkelijk om de aangifte wel op tijd te blijven doen.

Bron: Belastingdienst

Dga geniet loon door bestaan rekening-courant

Betaalt een bv het loon van haar dga niet uit, dan kan de dga stellen dat hij het loon niet heeft genoten. Hij is over dat niet-genoten loon evenmin belasting verschuldigd. Heeft die dga echter een rekening-courantschuld aan de bv, dan is verrekening mogelijk. De dga heeft het loon dan fiscaal gezien toch genoten.

Een dga krijgt van zijn bv over de jaren 2013 en 2014 een loon toegekend van € 81.637. Hoewel de bv in die jaren maar € 13.556 respectievelijk € 15.000 uitbetaalt, houdt zij wel het volle bedrag aan loonbelasting in. De dga neemt als standpunt in dat hij het niet-uitbetaalde loon fiscaal gezien niet heeft genoten. Maar zelfs al had hij het loon genoten, zo stelt de dga, dan heeft hij dit loon ter beschikking gesteld aan zijn bv door het niet te innen. In dat geval meent hij dat hij de bijbehorende vordering op zijn bv kan afwaarderen. De Belastingdienst gaat niet mee in de redenering van de dga. Daarom probeert de dga zijn gelijk te halen in een beroepsprocedure voor Rechtbank Noord-Holland.
De rechtbank constateert dat de dga het niet-uitbetaalde loon wel degelijk heeft genoten. Het desbetreffende bedrag is namelijk te verrekenen met de rekening-courantschuld van de dga aan zijn bv. De dga werpt tegen dat volgens de wet de werkgever alleen in specifieke gevallen het loon van een werknemer mag verrekenen met zijn schuld. Anders geldt een verrekeningsverbod. De rechtbank bevestigt dat normaal gesproken verrekening tussen loon en schulden van een werknemer is verboden. Maar dit verbod rust op de werkgever, omdat het is bedoeld om werknemers te beschermen. Als een werknemer zelf baat heeft bij verrekening, geldt het verbod niet. De rechter verwerpt eveneens de stelling dat sprake zou zijn van terbeschikkingstelling.

Bron: Rb. Noord-Holland 03-04-2019

Tijdelijk extra ondersteuning voor zelfstandigen (Tozo)

Zelfstandigen met financiële problemen kunnen een beroep doen op de tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandige ondernemers, die door gemeenten wordt uitgevoerd.

Zelfstandigen (met personeel), dga’s en zzp’ers kunnen ondersteuning aanvragen in de vorm van een aanvullende uitkering voor levensonderhoud en/of voor bedrijfskapitaal. De uitkering voor levensonderhoud vult het inkomen (maximaal drie maanden) aan tot het sociaal minimum. Op een lening voor bedrijfskapitaal (max. €10.517) kan een beroep worden gedaan om acute liquiditeitsproblemen op te lossen.
Meer specifiek gelden de volgende eisen:

gevestigde zelfstandigen, vanaf 18 jaar tot de pensioengerechtigde leeftijd;
woonachtig en rechtmatig verblijvend in Nederland;
Nederlander of daarmee gelijkgesteld;
het bedrijf of zelfstandig beroep wordt in Nederland uitgeoefend;
voldoet aan wettelijke vereisten voor de uitoefening van het eigen bedrijf, waaronder ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel;
is vóór 17 maart 2020, 18.45 uur gestart met de onderneming en voldoet aan het urencriterium, d.w.z. minimaal 1.225 uur per jaar (of 23,5 uur per week) werkzaam in het eigen bedrijf of zelfstandig beroep;
woonachtig in de gemeente, waar aanvullende inkomensondersteuning wordt aangevraagd.

Zelfstandigen kunnen vanaf 1 maart worden gecompenseerd. De regeling blijft in ieder geval tot 1 juni 2020 bestaan. Via rijksoverheid.nl kan men nagaan of men in aanmerking komt voor de Tozo.

Bron: Rijksoverheid, Financiële maatregelen COVID-19

NOW-regeling vanaf 6 april open

Ondernemingen met meer dan 20% omzetverlies kunnen vanaf 6 april 2020 een aanvraag indienen voor de NOW-regeling. Bedrijven krijgen binnen drie tot vijf weken bericht.

Bedrijven die gedurende drie maanden ten minste 20% omzetverlies hebben, kunnen hiermee vanaf 1 maart een tegemoetkoming van maximaal 90% van de loonsom krijgen naar rato van de omzetdaling. Voorwaarde is dat bedrijven hun medewerkers hun reguliere salaris blijven doorbetalen en dat bedrijven tijdens de periode dat er subsidie wordt ontvangen geen aanvraag doen voor ontslag om bedrijfseconomische redenen.
Om de hoogte van het omzetverlies te bepalen, moeten werkgevers eerst hun totale omzet uit 2019 delen door vier. Zij vergelijken dat vervolgens met de omzet in maart-april-mei 2020. Maar soms is uitblijvende klandizie pas later terug te zien in de omzetdaling. Daarom kunnen werkgevers ook een periode aangeven voor de omzetvergelijking die één of twee maanden later start. Voor een concern wordt de omzetdaling van het hele concern aangehouden.
Voor de loonsom gebruikt UWV automatisch de gegevens uit de loonaangifte van de Belastingdienst. UWV neemt hierbij als grondslag het zogenaamde socialeverzekeringsloon. Hier komt voor alle bedrijven dezelfde opslag van 30% bovenop voor werkgeverslasten zoals de opbouw van het vakantiegeld, pensioen en de werkgeverspremies. Er zit daarnaast een maximum aan het loon per werknemer van € 9.538 per maand. Salaris boven dit bedrag wordt niet gecompenseerd. Ruim 98,5% van de werkenden valt onder dit maximum.
De loonsom in de subsidieperiode wordt vergeleken met de loonsom van januari zoals bekend bij de Belastingdienst. Als die ontbreekt, wordt de loonsom van november 2019 genomen. Om calculerend gedrag te voorkomen, worden wijzigingen in de loonaangifte van januari die na 15 maart zijn doorgegeven, voor deze regeling niet meegenomen. Vanwege het belang van de loonsom voor de subsidie is het belangrijk dat werkgevers tijdig loonaangifte blijven doen bij de Belastingdienst. Ook het salaris van flexwerkers wordt gecompenseerd, er is geen onderscheid naar contractvorm.
Van de werkgever wordt verwacht dat hij in de periode van 18 maart tot en met 31 mei 2020 bij UWV geen verzoek doet om toestemming te verkrijgen voor opzegging van een arbeidsovereenkomst wegens bedrijfseconomische redenen. De voorwaarde geldt niet voor ontslagaanvragen die bij het UWV zijn ingediend in de periode van 1 maart tot en met 17 maart.

Aanvragen
De aanvraagperiode loopt tot en met 31 mei 2020. Werkgevers geven bij de aanvraag de verwachte omzetdaling op. Als UWV positief oordeelt, keert UWV een voorschot van 80% uit. Dat gebeurt in drie termijnen. Het eerste deel van het voorschot wordt uitgekeerd binnen twee tot vier weken na de indiening van de aanvraag, al verwacht UWV dat dit voor de meeste bedrijven sneller kan.
Binnen 24 weken na afloop van de periode waarover de NOW is toegekend, dient de werkgever vaststelling van de subsidie aan te vragen. In beginsel is hiervoor een accountantsverklaring vereist. Vervolgens zal UWV binnen 22 weken een eindafrekening doen. Die kan hoger of lager uitvallen dan bij de eerste opgave werd verwacht.
Het kabinet zal monitoren wat de precieze werking van de maatregel is en – indien nodig en mits uitvoerbaar – aanpassingen doorvoeren.

Ondernemers die al een beroep hebben gedaan op de wtv-regeling krijgen bericht wat ze alsnog aan moeten leveren om in aanmerking te komen voor de NOW.

Bron: Min SZW 31-3-2020

Noodloket voor ondernemers geopend (TOGS)

Ondernemers in sectoren die het meest zijn geraakt door de Kabinetsmaatregelen rond het coronavirus (COVID-19), kunnen sinds vrijdag de eenmalige tegemoetkoming van € 4.000 aanvragen. Ondernemers zijn vrij in het doel van besteding. De Beleidsregel tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren COVID-19 (TOGS) wordt uitgevoerd door RVO.

De regeling staat open voor een specifieke groep ondernemers. De tegemoetkoming wordt verstrekt op basis van SBI-codes. Sectoren die in aanmerking komen zijn eet- en drinkgelegenheden, bioscopen, haar- en schoonheidsverzorging (onder andere kappers, pedicures, visagisten), evenementlocaties en organisatoren, reisbemiddeling en reisorganisaties, rijschoolhouders, sauna’s, solaria, zwembaden, fitnesscentra, sportclubs en sportevenementen en bepaalde private culturele instellingen zoals musea, circus, theaters, schouwburgen en muziekscholen. Het gaat om ondernemingen die zijn gevestigd buiten de woning. De enige uitzondering vormen eet- en drinkgelegenheden, bijvoorbeeld een café waar de eigenaar, huurder of pachter boven woont. Sinds zondag 29 maart 2020 is de groep ondernemers uitgebreid met ondernemers in de non-food.
De tegemoetkoming kan gedurende drie maanden online worden aangevraagd. Vanaf vrijdag 27 maart 2020 16:30 uur t/m vrijdag 26 juni 17:00 uur.

Voorwaarden
Om voor de tegemoetkoming in aanmerking te komen, moet men voldoen aan een aantal voorwaarden.

De onderneming is voor 15 maart 2020 opgericht en ingeschreven in het KVK Handelsregister.
In de onderneming werken maximaal 250 personen. Dit blijkt uit de inschrijving in het KVK Handelsregister.
De hoofdactiviteit van de onderneming is op 15 maart 2020 geregistreerd onder een van de vereiste KVK SBI-codes.
De onderneming heeft een fysieke vestiging in Nederland. Dit vestigingsadres is geregistreerd in het KVK Handelsregister.
Niet-horecaondernemingen verklaren ten minste één vestiging met een ander adres te hebben dan het privéadres van de eigenaar/eigenaren. Bij deze ondernemingen mag het privéadres van de eigenaar/eigenaren dus niet gelijk zijn aan het vestigingsadres.
Uitgezonderd zijn horecaondernemingen met SBI-code 56.10.1, 56.10.2 en 56.30. Zij verklaren in elk geval één horecagelegenheid te huren, pachten of in eigendom te hebben.
Bij deze ondernemingen mag het privéadres van de eigenaar/eigenaren wel gelijk zijn aan vestigingsadres.
De tegemoetkoming is eenmalig € 4.000 per onderneming. De tegemoetkoming is dus niet per vestiging.
Men geeft bij de aanvraag een bankrekeningnummer op dat op naam van de onderneming staat.
De onderneming is niet failliet.
De onderneming heeft geen verzoek tot verlening van surseance van betaling ingediend bij de rechtbank.
Men verklaart in de periode van 16 maart 2020 t/m 15 juni 2020 een omzetverlies te verwachten van ten minste € 4.000.
Men verklaart in de periode van 16 maart 2020 t/m 15 juni 2020 ten minste € 4.000 aan vaste lasten te verwachten. Ook na gebruik van andere door de overheid beschikbaar gestelde steunmaatregelen.
De ondernemer verklaart dat men over het huidige en de afgelopen twee belastingjaren niet meer dan € 200.000 aan overheidssteun heeft ontvangen (de-minimisverordening). Heeft uw de onderneming het gehele bedrag van € 200.000 al uitgeput? Dan komt men niet in aanmerking voor de regeling.
de onderneming verklaart geen overheidsbedrijf te zijn.

Voor uw aanvraag heeft men nodig:

een eHerkenningsmiddel niveau 1 (of hoger) of DigiD;
het KVK-nummer van de onderneming (let op: niet het vestigingsnummer/RSIN)
de SBI-code van de hoofdactiviteit van de onderneming;
het bankrekeningnummer van de onderneming;
het correspondentie- en bezoekadres van de onderneming;
de contactgegevens: naam, telefoonnummer, e-mailadres.

Maakt men gebruik van een intermediair om de aanvraag in te dienen? Dan heeft men hiervoor een machtiging nodig. De machtiging hoeft menu niet mee te sturen met de aanvraag. RVO kan deze wel opvragen bij controles.

Bron: RVO.nl, aanvraag TOGS

Meer duidelijkheid over de NOW-regeling

Minister Koolmees heeft op 24 maart Kamervragen beantwoord over de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor werkbehoud (NOW). De NOW-regeling geldt per 1 maart 2020 en heeft de regeling werktijdverkorting vervangen.

Hoewel de uitgewerkte NOW-regeling nog niet is gepubliceerd, geven de antwoorden op de Kamervragen al iets meer duidelijkheid over de inhoud van de regeling.

Verschillen NOW/werktijdverkorting
De NOW kent andere voorwaarden dan de regeling werktijdverkorting (wtv-regeling) die op 17 maart is ingetrokken. Het kabinet wil graag meer werkgevers financieel tegemoetkomen en wil dit sneller doen dan binnen de ingetrokken wtv-regeling. Werkgevers kunnen onder de NOW een aanvraag indienen voor een substantiële tegemoetkoming in de loonkosten, en hiervoor van UWV een voorschot ontvangen. Bij de wtv-regeling werd de werkgever achteraf gecompenseerd.
Het aanvraagproces is door loskoppeling van de wtv en WW sterk vereenvoudigd, en er worden geen WW-rechten van werknemers opgesoupeerd. Daarnaast wordt in plaats van werkvermindering omzetverlies als criterium gebruikt. En om werkgevers snel duidelijkheid en zekerheid te bieden, hoeft onder de nieuwe regeling niet te worden aangetoond in welke mate de buitengewone omstandigheden hebben bijgedragen tot het omzetverlies.

Voorschot van 80%
De snelheid waarmee bedrijven en werkgevers geld krijgen is één van de belangrijkste elementen die meegenomen worden bij de vormgeving van de nieuwe regeling. UWV zal op basis van de aanvraag een voorschot van de tegemoetkoming (in elk geval 80% van het bedrag) verstrekken. Achteraf wordt vastgesteld wat het daadwerkelijke verlies in omzet is geweest en wordt definitief afgerekend. Werkgevers krijgen dus voorafgaand aan de uiteindelijke vaststelling van de subsidie (nadat de omzetgegevens en loonkosten definitief vastgesteld kunnen worden) een voorschot van 80% van dat bedrag uitgekeerd door UWV. Op die manier beschikken werkgevers zo snel mogelijk over de financiële middelen om loonkosten te voldoen.

Loket bij UWV
Voor de NOW geldt dat SZW en UWV op dit moment met grote inzet werken om op korte termijn tot een werkbare tegemoetkomingsregeling te komen om zo snel mogelijk een loket te kunnen openen bij het UWV dat de al ingediende en nog in te dienen aanvragen in behandeling kan nemen. De snelheid waarmee bedrijven geld krijgen is één van de belangrijkste elementen die meegenomen worden bij de vormgeving van de nieuwe regeling. UWV zal op basis van de aanvraag een voorschot van de tegemoetkoming (in elk geval 80% van het bedrag) verstrekken. Achteraf wordt vastgesteld wat het daadwerkelijke verlies in omzet is geweest en wordt definitief afgerekend.

Uitzendwerknemers, payrollkrachten en platformwerkers
De nieuwe subsidieregeling is ook van toepassing op de loonkosten voor werknemers waarvoor de werkgever geen loondoorbetalingsplicht heeft. Denk bijvoorbeeld aan werknemers met een oproepcontract of een flexibel contract, voor zover zij in dienst blijven gedurende de aanvraagperiode. Werkgevers kunnen dus ook werknemers met flexibele contracten met behulp van de tegemoetkoming in de loonkosten in dienst houden.
Ditzelfde geldt voor uitzendbureaus die uitzendkrachten in dienst hebben en houden. Het kabinet doet dan ook nadrukkelijk een oproep aan bedrijven om deze mensen in dienst te houden. De NOW-regeling is ook van toepassing op de loonkosten voor uitzendkrachten, met of zonder uitzendbeding. De uitzendwerkgever kan via de NOW een tegemoetkoming aanvragen en wordt gecompenseerd voor de loonkosten voor mensen die hij nog in dienst heeft. Voor uitzendwerkgevers gelden dezelfde voorwaarden als voor reguliere werkgevers. Als de uitzendkracht door de opdrachtgever is ‘teruggestuurd’ en het uitzendbeding is ingeroepen, kan het uitzendbureau de uitzendkracht een tijdelijk contract voor de duur van de tegemoetkoming aanbieden.
De NOW-regeling is eveneens van toepassing op de loonkosten voor payrollkrachten. De payrollwerkgever kan via de NOW een tegemoetkoming aanvragen en wordt gecompenseerd voor de loonkosten voor mensen die hij nog in dienst heeft. Voor payrollwerkgevers gelden dezelfde voorwaarden als voor reguliere werkgevers. Ingeleend personeel telt niet mee in de loonsom van het bedrijf waar de werkzaamheden worden verricht.
Ook platformwerkers hebben recht op de NOW-regeling, mits zij in dienst zijn bij de werkgever en voldoen aan de overige voorwaarden kan de werkgever een beroep doen op de NOW-regeling.
Onduidelijk is nog wanneer de uitgewerkte NOW-regeling wordt gepubliceerd.

Bron: Min. SZW 24-03-2020

Verstuur de aangifte loonheffingen op tijd

De Belastingdienst vraagt werkgevers hun aangifte loonheffingen op tijd te versturen. Het UWV heeft de gegevens uit de aangiftes loonheffingen nodig voor de nieuwe Noodfonds Overbrugging Werkgelegenheid (NOW)-regeling. Als uitstel van betaling is of wordt aangevraagd, kan betaling later plaatsvinden.

Het Noodfonds is bedoeld om werkgevers met omzetverlies te compenseren, zodat zij hun werknemers kunnen doorbetalen. Als UWV de meest actuele gegevens uit de aangifte loonheffingen heeft, krijgt de werkgever snel waar hij recht op heeft. Vandaar het verzoek aan werkgevers om de aangifte loonheffingen op tijd te versturen. Ook de werknemers die thuis komen te zitten of ziek worden, krijgen dan snel waar zij recht op hebben.
Wie door het coronavirus in betalingsproblemen is gekomen, kan bijzonder uitstel van betaling aanvragen. De schriftelijke uitstelverzoeken moeten verstuurd worden naar de Belastingdienst in Breda.

Bron: Belastingdienst, 24-03-2020