Jan van Nassaustraat 21, 2596 BL Den Haag
Ma – Vr 8:30 – 17:30
post@driessenaccountancy.nl

Beroep ingetrokken, meteen proceskostenvergoeding eisen

Soms komt een bestuursorgaan tijdens de beroepsprocedure tegemoet aan de eisen van de indiener van het beroep. De indiener kan dan zijn beroep intrekken. Hij kan dan in beginsel alsnog een proceskostenvergoeding vorderen. Mits hij dit verzoek gelijktijdig indient met de intrekking van zijn beroep.

Een man gaat in hoger beroep tegen een uitspraak van Rechtbank Midden-Nederland. De tegenpartij, de heffingsambtenaar van de gemeente, stelt daarop incidenteel hoger beroep in. Tijdens het onderzoek ter zitting op 13 juli 2020 bereiken de partijen een compromis. Zowel de man als de gemeente trekt daarom het hoger beroep mondeling in. Op 14 juli 2020 verzoekt de man Hof Arnhem-Leeuwarden om toekenning van een proceskostenvergoeding (PKV). Maar het hof stelt dat de man bij het intrekken van zijn beroep meteen om een PKV had moeten vragen. Nu kan een belanghebbende eveneens om een PKV vragen als het bestuursorgaan zijn hoger beroep intrekt. Maar bij een mondelinge intrekking moet de belanghebbende ook tegelijkertijd om de PKV verzoeken. Nu de man dat heeft nagelaten, verklaart het hof zijn verzoek niet-ontvankelijk.

Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden 28-07-2020

Vanaf september compensatieregeling eHerkenning

In de loop van september kan de compensatie voor eHerkenning online aangevraagd worden via de site van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (rvo.nl).

Voor aangifte via Mijn Belastingdienst Zakelijk, is DigiD of eHerkenning nodig om in te loggen. Daar eHerkenning niet gratis is, is er een compensatieregeling aangekondigd. Alle organisaties die eHerkenning alleen nodig hebben voor het doen van hun belastingaangiften kunnen gebruikmaken van deze regeling. Dit geldt niet voor eenmanszaken. Zij kunnen aangifte doen met DigiD.
De regeling compenseert één eHerkenningsmiddel per organisatie per jaar. De machtiging aan een intermediair wordt niet gecompenseerd. De compensatie is op jaarbasis. De regeling start (met terugwerkende kracht) vanaf 1 januari 2020 en duurt twee jaar. De vergoeding wordt betaald aan de ondernemer zelf en geldt alleen voor het speciale Belastingdienst EH3-inlogmiddel. Dit kan worden aangeschaft via een van de erkende leveranciers. Ook bij het omzetten van een inlogmiddel kan om compensatie worden verzocht. Er wordt ongeveer € 24 vergoed: de prijs van een Belastingdienst EH3-inlogmiddel. In de loop van september kan de vergoeding online aangevraagd worden via de site van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (rvo.nl).
Wie zich niet kan inschrijven in het Handelsregister en voorlopig aangifte doet via een softwarepakket of intermediair, heeft ook recht op compensatie. De Belastingdienst informeert daar binnenkort verder over.

Uitstelregeling loonaangifte verlengd Heeft een ondernemer vanwege de invoering van eHerkenning tot 1 juli 2020 uitstel gekregen voor het doen en betalen van de loonaangiften? En is ook daadwerkelijk nog geen aangifte over een tijdvak in 2020 gedaan? Dan wordt het uitstel automatisch verlengd tot 1 augustus 2020. Zo heeft men extra tijd voor de aanschaf van eHerkenning.
Als men uitstel heeft tot 1 juli 2020, maar al aangifte over een tijdvak in 2020 heeft gedaan, dan wordt het uitstel niet verder verlengd.

Bron: Belastingdienst 06-08-2020

Behandeltermijn bezwaarschriften OB verlengd

De Belastingdienst schort de behandeltermijn van bezwaarschriften tegen een aanslag of beschikking omzetbelasting met als dagtekening 28 mei 2020 op tot 20 augustus 2020. Dat komt door een toename van het aantal bezwaren, onder andere als gevolg van grote aantallen naheffingsaanslagen door de coronacrisis.

Op grond van art. 7:10 lid 3 van de Algemene wet bestuursrecht maakt de inspecteur gebruik van de mogelijkheid de beslistermijn te verlengen met zes weken. Voor het aanvragen van bijzonder uitstel van betaling in verband met de coronacrisis, is het van belang om eerst de naheffingsaanslag af te wachten. Op de naheffingsaanslag is sprake van een betaalverzuimboete maar die wordt vernietigd. Dit leidde bij de Belastingdienst wel tot meer bezwaren om te behandelen. Door deze toename duurt de bezwaarbehandeling langer.
Daarnaast heeft de Belastingdienst door de coronacrisis veel meer ambtshalve aanslagen OB opgelegd dan gewoonlijk: 350.000 in plaats van 150.000. Dit geeft ook een extra piek in de verwerking van het aantal te behandelen bezwaarschriften tegen deze ambtshalve aanslagen.
De Belastingdienst streeft ernaar binnen 6 weken te beslissen op bezwaar. Vanwege het grotere aantal bezwaren lukt dat op dit moment niet. Daarom schort de inspecteur de beslistermijn op de bezwaarschriften met dagtekening 28 mei 2020 op tot 20 augustus 2020.

Meer informatie: Forum Fiscaal Dienstverleners, 05-08-2020

Valse facturen inlening gebruikt? Omkering bewijslast!

Het is voor bedrijven van belang om zorgvuldig te zijn bij het zoeken naar een boekhouder. Stel bijvoorbeeld dat de bedrijfsboekhouder valse facturen met betrekking tot het inlenen van personeel overlegt om zo de loonheffing te drukken. Als de Belastingdienst daarachter komt, kan de werkgever naheffingsaanslagen verwachten. En een succesvolle beroepsprocedure wordt lastig vanwege de omkering van de bewijslast.

Een VOF laat haar aangifte loonheffingen verzorgen door een boekhouder. Deze boekhouder overlegt bij het doen van de aangifte loonheffingen over 2010 en 2011 diverse facturen. Deze facturen zien op het inlenen van personeel. Ook in 2012 geeft de boekhouder een flink bedrag op aan kosten voor het inlenen van personeel. In 2013 houdt de fiscus een boekenonderzoek bij de VOF. De controlerend ambtenaar ontdekt daarbij diverse gebreken in de boekhouding. De kasadministratie is bijvoorbeeld onvolledig. Bovendien heeft de VOF de manurenstaten niet bewaard. Daarnaast ontbreken de namen van werknemers die werkzaamheden hebben verricht voor uren die als inlening zijn gepresenteerd. Verder blijken diverse facturen met betrekking tot inlening in 2010 en 2011 valselijk te zijn opgemaakt. En de facturen met betrekking tot het inlenen van personeel in 2012 zijn niet bewaard. De inspecteur constateert dat de VOF te weinig aan loonheffingen heeft afgedragen. Daarom legt hij haar naheffingsaanslagen op.
De VOF gaat bij Rechtbank Noord-Holland in beroep tegen de naheffingsaanslagen. Volgens de Belastingdienst heeft de VOF haar aangifteplicht verzaakt. Doordat de boekhouder valse facturen heeft overlegd, heeft hij immers een onjuiste aangifte ingediend. De fiscus meent daarom dat de sanctie van de omkering van de bewijslast nu van toepassing is. De VOF protesteert. Zij stelt dat haar boekhouder verantwoordelijk is voor de onjuiste aangifte. De rechtbank rekent de handeling van de boekhouder echter toe aan de VOF. Gezien de grootte van de bedragen, had de VOF moeten beseffen dat zij te weinig aan loonheffingen afdroeg. Daarom is dus sprake van omkering van de bewijslast. Ten slotte oordeelt de rechtbank dat de inspecteur een redelijke schatting heeft gemaakt van de na te heffen bedragen. De rechter verklaart het beroep van de vof dan ook ongegrond.

Bron: Rb. Noord-Holland 25-07-2020

Goedkoop verhuren aan familie bestuur stichting wijst op APV

Bestaan de activiteiten van een stichting alleen uit de verhuur van enkele panden tegen niet-marktconforme prijzen aan familieleden van haar bestuursleden? Dan zal de Belastingdienst waarschijnlijk het vermogen van de stichting toerekenen aan haar bestuursleden.

Een vrouw richt een stichting op. Volgens de oprichtingsakte is het doel van de stichting het bevorderen van het onderwijs in de moderne talen en interculturele en intersociale uitwisseling. De stichting probeert dat doel te bereiken door te bemiddelen bij het volgen van intensieve cursussen in talen aan taalscholen en het plaatsen van cursisten bij gastgezinnen. Tenminste, dat vermeldt de oprichtingsakte. Wanneer de vrouw overlijdt, stelt de Belastingdienst dat de stichting feitelijk een particulier doel diende. Het vermogen van de stichting is in de ogen van de inspecteur een afgezonderd particulier vermogen (APV). Hij rekent dit APV tot de nalatenschap van de vrouw. Haar zoon en enig erfgenaam is het daarmee oneens. Hij gaat in beroep en beweert voor Rechtbank Den Haag dat de stichting fiscaal niet transparant is.

Erflaatster bracht vermogen in
De rechtbank stelt vast dat de enige activiteiten van de stichting bestaan uit het beheren en verhuren van vier panden. Uit niets blijkt dat de stichting daarmee haar doelstelling realiseert. Vervolgens constateert de rechtbank dat de vrouw feitelijk de vier panden om niet heeft ingebracht in de stichting. Zij regelde namelijk de financiering van deze panden en stond in privé borg voor de hypotheken van de stichting. De vrouw trok zelfs diverse malen de rente op de hypotheekschuld van de stichting af in haar aangifte inkomstenbelasting.

Verhuur aan familieleden
De volgende vraag is of het vermogen van de stichting in werkelijkheid voor meer dan 10% een particulier belang dient. Deze situatie doet zich voor als het belang maar een beperkte groep personen, bijvoorbeeld een familie, aangaat. Volgens de rechtbank dient de stichting inderdaad voor meer dan 10% een particulier belang. Zo was de vrouw op het moment van haar overlijden bestuurslid van de stichting. Haar kleinzoon is de voorzitter en penningmeester van het bestuur. Een andere stichting vervult de rol van secretaris. De vrouw was echter weer de voorzitter van het bestuur van die andere stichting. Bovendien verhuurt de stichting haar panden tegen niet-marktconforme huurprijzen aan familieleden van de vrouw. Al met al voldoende redenen om te oordelen dat hier sprake is van een APV, aldus de rechtbank. De inspecteur heeft het vermogen van de stichting dus terecht toegerekend aan de erflaatster.

Bron: Rb.Den Haag 15-07-2020 (publicatie 03-08-2020)

Onderneming moet tegen tegenslag bestand zijn

Een verlies is pas fiscaal aftrekbaar als het afkomstig is uit een bron van inkomen. En dat betekent weer dat sprake moet zijn van een objectieve voordeelsverwachting. Daarbij is de gedachte dat een onderneming ook na enige tegenslag nog rendabel is.

Een man richt samen met een ander op 1 januari 2009 een vof op. Deze vof houdt zich bezig met de zogeheten staandwantvisserij. De vof lijdt over de jaren 2009 tot en met 2018 alleen maar verliezen. De Belastingdienst meent daarom dat de staandwantvisserij geen bron van inkomen is en weigert de verliesaftrek. Maar de vennoot stelt dat deze lange periode van aanloopverliezen het gevolg is van tegenslag. Hij noemt daarbij als voorbeelden het starten van een onderneming in crisisjaren en gewijzigde EU-wetgeving voor visserij. Daarnaast wijst hij op een brand die eind 2015 een groot deel van de materialen van de onderneming heeft vernietigd.

Objectieve winstverwachting ontbreekt
Rechtbank Noord-Holland constateert dat de vof over de jaren 2009 – 2018 een totale omzet heeft behaald van € 37.620. Van dit bedrag heeft € 25.300 betrekking op incidentele baten zoals de verkoop van een boot of vislicentie. Het grote verschil tussen de (normale) omzet en de baten is volgens de rechter niet alleen te verklaren met de oorzaken die de man opgeeft. Bij het drijven van een onderneming hoort namelijk enige tegenslag. De rechtbank vindt dat een ondernemer in staat moet zijn om dat op te vangen. Dat gedurende negen jaren de vof alleen maar verlies heeft geleden, wijst dus op het ontbreken van een objectieve winstverwachting. De rechtbank stelt vast dat geen sprake is van een bron van inkomen. De rechter verwerpt daarom de stelling van de man dat hij een onderneming drijft waarvan de verliezen fiscaal aftrekbaar zijn.

Bron: Rechtbank Noord-Holland 25-07-2020 (gepubliceerd 31-07-2020)

Aanvragen hypotheek lastiger in coronatijd

Voor veel werknemers in de culturele sector, de horeca, de toeristenbranche en zzp’ers is het verkrijgen van een hypotheek lastiger sinds de coronacrisis. Banken en andere geldverstrekkers vragen meer zekerheid over het toekomstig inkomen. Dat meldt het AD.

Het AD sprak met makelaars, hypotheekadviseurs en hypotheekverstrekkers. In deze sectoren moeten niet alleen flexwerkers en zzp’ers, maar ook werknemers in vaste dienst een coronavragenlijst invullen. Ze worden erop gewezen dat hun inkomen mogelijk negatief wordt beïnvloed door de pandemie. ING Bank eist zelfs een extra coronaverklaring van de werkgever dat die niet voornemens is de klant te ontslaan.
De hypotheekeisen zijn niet zozeer strenger geworden, maar er wordt wel steviger doorgevraagd. De coronavragenlijst is opgesteld onder toezicht van Nationale Hypotheek Garantie. Ondernemers, ook zzp’ers, moeten laten zien dat ze eventuele klappen kunnen opvangen met een financiële buffer en uitleggen waarom ze denken de komende jaren een stabiel inkomen te hebben. Huizenkopers in loondienst krijgen de vraag of het huidige inkomen de komende twaalf maanden negatief wordt beïnvloed door de gevolgen van de coronacrisis.

Bron: AD, 3 augustus 2020

NL Leert Door: gratis ontwikkeladvies vanaf 1 augustus 2020

Is het nodig om je bij te scholen, liggen er voor jou kansen in een andere sector of zit je goed op je plek? Alle werkenden en werkzoekenden in Nederland kunnen per 1 augustus kosteloos een ontwikkeladvies aanvragen bij een gekwalificeerd loopbaanadviseur.

In het ontwikkeladvies krijgen mensen zicht op de arbeidsmarktkansen die er in deze crisis voor hen zijn. Ook kunnen loopbaanadviseurs mensen ondersteunen bij het kiezen van de juiste (bij)scholing of tips geven bij het zoeken en solliciteren naar werk. Iedereen tussen 18 jaar en de pensioengerechtigde leeftijd kan gebruikmaken van deze mogelijkheid. Naar verwachting zullen zo’n 20.000 mensen dat de komende maanden doen. Om mee te doen, hoeven deelnemers zich alleen aan te melden bij een loopbaanadviseur bij hen in de buurt. De loopbaanadviseur vraagt vervolgens subsidie aan en handelt de administratie verder af. Op www.hoewerktnederland.nl staat meer informatie
Het programma NL Leert Door helpt werkenden en werkzoekenden zich voor te bereiden op veranderingen op de arbeidsmarkt aan de hand van kosteloze ontwikkeladviezen en online scholing. Het kabinet stelt hier 50 miljoen euro voor beschikbaar. Werknemers kunnen bovendien gebruik maken van bestaande regelingen zoals de fiscale studieaftrek of de mogelijkheden die hun werkgever of O&O-fonds biedt.

Bron: Rijksoverheid, 31-07-2020

Stel geen zekerheid met hypotheek op mede-eigendom dga

Doorgaans komt men eerder tot de conclusie dat een dga een zakelijke lening aan zijn bv verstrekt als die bv zekerheid stelt. Het vestigen van een recht van hypotheek op een pand waarvan de dga mede-eigenaar is, biedt echter geen reële zekerheid.

Een dga verstrekt in maart 2005 zijn holding een lening van € 400.000. De leningsovereenkomst stelt dat de partijen later nog een aflossingsschema vaststellen. Vervroegde aflossing is in ieder geval toegestaan. De dga en zijn holding komen bovendien een hypotheekverklaring overeen. De holding vestigt een recht van hypotheek op een pand met een bedrijfs- en een privédeel. Tegen de tijd dat de dga zijn aangifte inkomstenbelasting over 2012 indient, heeft de bv nooit afgelost. De dga wil zijn vordering op de holding afwaarderen en een verlies uit terbeschikkingstelling opgeven. De inspecteur weigert deze aftrek. Volgens hem is de lening onzakelijk.

Derde zou lening niet verstrekken
De dga gaat in beroep. Hof Arnhem-Leeuwarden constateert dat de vordering van de dga is achtergesteld bij de vorderingen van de bank op de holding en haar dochtervennootschappen. Dat de holding een recht van hypotheek heeft gevestigd, biedt de dga geen reële zekerheid. Hij is namelijk eigenaar van het privédeel en is daarmee voor 25% mede-eigenaar van het pand. Verder is uiteindelijk geen aflossingsschema opgesteld. Nu maken deze omstandigheden een lening niet per definitie onzakelijk. Uiteindelijk gaat het erom of een derde onder dezelfde omstandigheden tegen een winstonafhankelijke vergoeding de lening zou willen verstrekken. Het hof meent van niet. De holding en haar dochtervennootschappen hadden in 2004 maar een bescheiden winst gemaakt. De holding heeft evenmin een gunstige prognose van de winstverwachting overlegd. Het hof oordeelt daarom dat de lening onzakelijk is. De waardedaling is niet aftrekbaar.
Bron: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 21-07-2020 (publicatie 31-07-2020)