Jan van Nassaustraat 21, 2596 BL Den Haag
Ma – Vr 8:30 – 17:30
post@driessenaccountancy.nl

Hof geeft vuistregels bij boetevermindering

Hof Amsterdam geeft in een uitspraak ook vuistregels voor de vermindering van een verzuimboete vanwege de overschrijding van de redelijke termijn

Een bv doet op 31 december 2019 een dividenduitkering van € 347.000. De Belastingdienst ontvangt de aangifte dividendbelasting op 10 januari 2020. Maar de bv draagt de dividendbelasting niet binnen een maand na de dividenduitkering af. Daarom legt de inspecteur haar een naheffingsaanslag dividendbelasting op. Ook krijgt de bv een verzuimboete opgelegd van 3% van de niet-afgedragen dividendbelasting. De bv gaat in bezwaar en beroep tegen de boete. Voor Hof Amsterdam stelt zij dat zij op 31 december 2019 voor het eerst een dividenduitkering heeft gedaan. De bv was toen niet bekend met de wijze waarop zij de aangifte dividendbelasting moest indienen. Zij stelt op het verkeerde been te zijn gezet door de werkwijze met betrekking tot de inhouding en afdracht van loonheffing. Bovendien heeft de bv na het ontvangen van de naheffingsaanslag de belasting, boete en belastingrente direct betaald. Ten slotte drukt de boete zwaar op de bv.

Doel van verzuimboete Het hof overweegt als volgt. De verzuimboete dient belastingplichtigen te stimuleren om hun wettelijke verplichtingen na te komen. In beginsel mag de fiscus daarom een verzuimboete opleggen als vennootschappen niet op tijd de dividendbelasting betalen. Maar het doel van de verzuimboete is ook te behalen met een verzuimboete van minder dan 3%. Bovendien moet de hoogte van de boete in een evenredige verhouding staan tot de ernst van de verwijtbare gedraging. In deze zaak vindt het hof gezien de omstandigheden een matiging van de boete op zijn plaats. Het hof verlaagt de verzuimboete daarom van € 1.561 naar € 1.000.

Vuistregels boetevermindering Daarnaast past het hof een verdere verlaging toe van de boete naar € 950 omdat de redelijke termijn is overschreden. Het hof heeft de verlaging van de verzuimboete gebaseerd op de volgende vuistregels. Een vermindering van de boete wegens overschrijding van de redelijke termijn blijft achterwege als de boete minder dan € 1.000 bedraagt. De belastingrechter volstaat dan met de constatering dat de redelijke termijn is overschreden. Anders bedraagt de vermindering:

5% van de boete, maar maximaal € 2.500, als de redelijke termijn is overschreden met minder dan zes maanden,

10% van de boete, maar maximaal € 2.500, als de redelijke termijn is overschreden met zes tot twaalf maanden,

15% van de boete, maar maximaal € 10.000, als de redelijke termijn is overschreden met een jaar tot twee jaren,

20% van de boete, maar maximaal € 20.000, als de redelijke termijn is overschreden met minstens twee jaren.

Bron: Hof Amsterdam 17-07-2024 (gepubl. 03-09-2024).

Doorbelasten premie aansprakelijkheidsverzekering btw belast

Een stichting die een ziekenhuis exploiteert, belast de premie voor de beroepsaansprakelijkheidsverzekering door naar het samenwerkingsverband van medisch specialisten. De rechtbank oordeelt dat dit een belaste dienst is voor de omzetbelasting.

Een stichting exploiteert een ziekenhuis. De medisch specialistische zorg binnen dat ziekenhuis wordt verricht door medisch specialisten. De in het ziekenhuis werkzame vrijgevestigde medisch specialisten zijn een samenwerkingsverband aangegaan, het coöperatief. De stichting heeft een aansprakelijkheidsverzekering afgesloten. Een deel van de premie van die verzekering belast zij door naar het coöperatief. Bij Rechtbank Noord-Holland is het de vraag of de doorbelasting van de premie door de stichting aan het coöperatief een belaste dienst is voor de omzetbelasting.

Doorbelasting btw belaste dienst De rechtbank heeft geoordeeld dat de stichting een economische activiteit verricht door het coöperatief tegen vergoeding te vrijwaren van schadeverhaal. De vrijstelling voor verzekeringsdiensten is niet van toepassing omdat de prestatie van de stichting geen verzekeringsdienst is. Het beroep op het VAVO-arrest faalt omdat er geen sprake is van één ondeelbare economische prestatie tussen de stichting en het coöperatief. Ook het leerstuk van kosten voor gemene rekening is niet van toepassing.

Bron: Rb. Noord-Holland 28-06-2024 (gepubl. 26-08-2024).

Nieuwe of gebruikte auto? Lood om oud ijzer voor bijtelling

De Nederlandse bijtellingsregeling bij privégebruik van de auto van de zaak maakt geen onderscheid tussen nieuwe of gebruikte auto’s. Dit botst niet met de Europese mensenrechten.

Een man woont in België, maar werkt voor een werkgever die is gevestigd in Nederland. Deze werkgever stelt een auto van de zaak ter beschikking aan de Belgische werknemer. Hij kan deze auto gebruiken voor privédoeleinden. Daarom past de Nederlandse werkgever de bijtelling wegens privégebruik auto van de zaak toe. De werknemer betwist de juistheid van de bijtelling. Voor Hof Arnhem-Leeuwarden voert hij aan dat de bijtelling in strijd is met de Europese mensenrechten. Daarbij gaat het om het verbod om producten uit andere EU-lidstaten zwaarder te belasten dan binnenlandse producten. Het hof oordeelt echter dat de bijtellingsregeling geen onderscheid maakt tussen ingevoerde en nationale auto’s. Het voordeel voor privégebruik van de auto telt als loon, ongeacht de woonplaats van de werknemer. Dat de Belgische fiscale autoriteiten onderscheid maken tussen nieuw een gebruikte auto’s en Nederland niet, doet daar niets aan af.

Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden 20-08-2024 (gepubl. 30-08-2024).

Ondanks meerderheid van aandelen geen financiële verwevenheid

Om een fiscale eenheid omzetbelasting te kunnen vormen moet onder meer sprake zijn van financiële verwevenheid tussen ondernemingen. Daarvoor is een meerderheid van de aandelen in een vennootschap alleen niet voldoende.

Een bv verzorgt tegen vergoeding schoonmaakwerkzaamheden voor een stichting. De bv heeft een directeur, die geen aandelen heeft. Voornoemde stichting houdt 51% van de aandelen in de bv, een andere bv houdt de overige 49% van de aandelen. De aandeelhouders van de bv hebben een samenwerkings- en aandeelhoudersovereenkomst gesloten vanwege de oprichting van de bv. Aanvankelijk gaat de inspecteur akkoord met het verzoek de bv op te nemen in de bestaande fiscale eenheid omzetbelasting waartoe de stichting behoort. Later trekt hij die beslissing in als hij de samenwerkings- en aandeelhoudersovereenkomst onder ogen krijgt en legt een naheffingsaanslag omzetbelasting op.

De procedure bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant Bij de rechtbank is in geschil of de bv kan worden opgenomen in de fiscale eenheid omzetbelasting. Meer in het bijzonder is in het geschil of is voldaan aan de financiële verwevenheid. Daarnaast doet de bv een beroep op het vertrouwensbeginsel, het evenredigheids- en voortvarendheidsbeginsel.

Financiële verwevenheid Om een fiscale eenheid omzetbelasting te kunnen vormen moet onder meer sprake zijn van financiële verwevenheid. Hiervan is sprake als de ene vennootschap de meerderheid van aandelen, met daaraan verbonden, de meerderheid van de zeggenschapsrechten in de andere vennootschap, in handen heeft. De bestuurder van de bv mag een deel van zijn bevoegdheden niet uitoefenen zonder toestemming van de algemene vergadering van de bv. Daarnaast geldt een geschillenregeling tussen de aandeelhouders van de bv waardoor niet kan worden gezegd dat de meerderheidsaandeelhouder haar wil kan opleggen aan de bv of haar medeaandeelhouder. Daardoor is niet voldaan aan de financiële verwevenheid.

Geen strijd met vertrouwensbeginsel of voortvarendheidsbeginsel Ook verwerpt de rechtbank het beroep op het vertrouwensbeginsel. De bv heeft bij het verzoek om een fiscale eenheid essentiële informatie achtergehouden zoals de samenwerkings- en aandeelhoudersovereenkomst. Daardoor kan de bv zich niet beroepen op het vertrouwensbeginsel. Ook is er geen strijd met het evenredigheids- of voortvarendheidsbeginsel. De inspecteur heeft de naheffingsaanslag tijdig opgelegd.

Bron: Rb. Zeeland-West-Brabant, 08-08-2024 (gepubl. 26-08-2024).

Voor tijdelijke woning geen verlaagd tarief overdrachtsbelasting

Voor toepassing van het lage tarief overdrachtsbelasting moeten de kopers niet alleen de woning meer dan zes maanden bewonen, maar ook de bedoeling hebben de woning anders dan tijdelijk als hoofdverblijf in gebruik te gaan nemen.

Een echtpaar koopt op 21 juni 2021 een woning die op 5 januari 2022 juridisch wordt geleverd (hierna: woning I) en betaalt 8% overdrachtsbelasting. Op 1 oktober 2021 koopt het echtpaar een woning die op 8 februari 2022 wordt geleverd (hierna: woning II). Bij deze aankoop is 2% overdrachtsbelasting betaald. Vanwege verbouwingen aan woning II, heeft het echtpaar van 7 januari tot 12 augustus 2022 in woning I gewoond. Het echtpaar wil ook voor de eerste woning 2% overdrachtsbelasting betalen, maar de inspecteur wijst het bezwaar tegen afdracht van 8% overdrachtsbelasting af. Bij Rechtbank Den Haag is het de vraag of de inspecteur het bezwaar terecht heeft afgewezen.

Intentie om woning I permanent te gaan gebruiken ontbreekt De rechtbank overweegt dat voor de verkrijging van een woning de datum waarop de akte van levering is opgemaakt van belang is. Het echtpaar had ten tijde van de verkrijging van woning I niet de intentie die woning permanent als hoofdverblijf te gaan gebruiken. Op het moment van verkrijging van woning I op 5 januari 2022 had het echtpaar de koopovereenkomst voor woning II al gesloten. Het echtpaar wist dat ze in woning I slechts tijdelijk, namelijk tot de verbouwing van woning II was afgerond, zouden verblijven. Het echtpaar had niet de intentie woning I als hoofdverblijf te gaan gebruiken. Dat het echtpaar langer dan zes maanden in woning I heeft gewoond is dan niet meer relevant.

Bron: Rb. Den Haag 24-01-2024 (gepubl. 27-08-2024).

Voor gefactureerde uren was meer arbeidscapaciteit nodig

Als een ondernemer meer uren arbeid factureert dan de maximale arbeidscapaciteit toelaat, dan zijn er te weinig uren in de aangiften loonheffingen verantwoord. Volgens Rechtbank Den Haag zijn de naheffingsaanslagen LB en vergrijpboetes daarom terecht opgelegd.

Een vrouw exploiteert een schoonmaakbedrijf en heeft zich als werkgever bij de Belastingdienst aangemeld. Uit een boekenonderzoek blijkt dat de vrouw in 2018 en 2019 meer uren heeft gefactureerd dan de maximale arbeidscapaciteit van haar toeliet. De vrouw heeft ook geen urenregistratie bijgehouden. Tijdens het boekenonderzoek door de Belastingdienst zijn er ook verdachte facturen van een Belgische vennootschap aangetroffen. Verder blijken er werkzaamheden te zijn verricht door een persoon met een arbeidsongeschiktheidsuitkering en een illegaal in Nederland verblijvend persoon. Naar aanleiding van het boekenonderzoek legt de Belastingdienst naheffingsaanslagen loonheffingen op met toepassing van het anoniementarief. Bij Rechtbank Den Haag is in geschil of de naheffingsaanslagen terecht zijn opgelegd en of de boetes moeten worden verminderd vanwege de duur van de procedure.

Uitbestede uren niet aannemelijk gemaakt De rechtbank heeft vastgesteld dat de onderneemster niet aannemelijk heeft gemaakt dat de werkzaamheden zijn uitbesteed en dat de gefactureerde uren overeenkomen met de aangifte loonheffingen. De maximale arbeidscapaciteit van de onderneming is in 2018 1.712, terwijl er 5.953 uren arbeid zijn gefactureerd. In 2019 is de maximale arbeidscapaciteit 2.212 uur, terwijl er 6.973 uren zijn gefactureerd. Dit betekent dat een aantal uren niet in de aangiften loonheffingen zijn verantwoord. De naheffingsaanslagen zijn daarom terecht opgelegd.

Ambtshalve vermindering vergrijpboetes De vergrijpboetes, gebaseerd op (voorwaardelijke) opzet en grove schuld, zijn ook terecht maar de rechtbank vermindert de boetes ambtshalve vanwege de duur van de procedure. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.

Bron: Rb. Den Haag 08-08-2024 (gepubl. 22-08-2024).

Adviseur hoeft klant niet te waarschuwen voor wijziging LKV

Advieskantoren zijn niet per definitie verplicht om hun opdrachtgevers in te lichten over wijzigingen in de wet- en regelgeving met betrekking tot loonkostenvoordelen.

Een bv heeft een accountants-, IT-audit en (belasting)advieskantoor aangeklaagd vanwege vermeende tekortkomingen in de loonadministratiediensten. Het gaat specifiek om de aanvraag van het loonkostenvoordeel (LKV) voor arbeidsgehandicapte werknemers. De kern van het geschil betreft de vraag of het accountants- en advieskantoor als opdrachtnemer had moeten waarschuwen voor bepaalde wijzigingen in wet- en regelgeving. Daarbij gaat het om die wijzigingen die van invloed zouden kunnen zijn op de compensatie van werkgevers van arbeidsgehandicapte werknemers.

Hof Den Bosch oordeelt dat het advieskantoor niet tekort is geschoten in haar contractuele verplichtingen. Het was niet haar verantwoordelijkheid om de bv te adviseren of te waarschuwen voor wijzigingen in de wetgeving. Het hof stelt vast dat de bv zelf verantwoordelijk was voor het tijdig aanvragen van de doelgroepverklaringen. Het advieskantoor had hierin geen verplichting. Het hof wijst de grieven van de bv af en veroordeelt haar in de proceskosten van het hoger beroep.

Bron: Hof Den Bosch 16-07-2024 (gepubl. 15-08-2024).

Uitstel herinvestering mag bij geschil over bouwverbod

Als gemeente stelt dat een bouwverbod geldt, terwijl de ondernemer van het tegendeel mag uitgaan, vormt dit een bijzondere omstandigheid die het uitstellen van een herinvestering rechtvaardigt.

Twee broers drijven samen een VOF die tot 2010 een tuinbouwbedrijf exploiteert. In 2010 verkoopt de VOF een deel van de grond van het tuinbouwbedrijf aan de gemeente. Daarbij behaalt de VOF een boekwinst van € 1.175.745. Zij brengt deze boekwinst onder in een herinvesteringsreserve (HIR). In september 2014 opent de VOF een winkelformule waarmee onder andere zelf geteelde groente en fruit wordt verkocht. Volgens de vennoten kunnen zij in 2014 in totaal € 841.413 afboeken op de HIR, terwijl een bedrag van € 151.332 vrijvalt. De herinvesteringen betreffen onder andere de bouw van een bedrijfsschuur, voorbereidingswerk en een auto. De inspecteur accepteert de aanwendingen van de HIR niet en meent dat een veel groter deel van de HIR belast vrijvalt. De vennoten starten daarop een beroepsprocedure, die uiteindelijk voor Hof Den Haag belandt.

HIR valt niet vrij Hof Den Haag is het met de fiscus eens dat de vennoten niet aannemelijk hebben gemaakt dat de betalingen die zij hebben gedaan, kwalificeren als investeringen in bedrijfsmiddelen. Maar het hof oordeelt ook dat de een bedrag van € 91.500 aan HIR op 31 december 2014 niet vrijvalt. De herinvestering is namelijk door bijzondere omstandigheden vertraagd. De vennoten verklaren dat op basis van het bestemmingsplan uit 1978 geen verbod voor de bouw van de geconditioneerde schuren geldt. De gemeente heeft echter geweigerd om daaraan gevolg te geven omdat zij stelt dat wel sprake is van een bouwverbod. Dat is een omstandigheid die buiten de invloedssfeer van de vennoten ligt. Daarom is sprake van een bijzondere omstandigheid die een vertraging van de herinvestering rechtvaardigt. Bovendien hebben de vennoten het koopcontract voor de bouw van de geconditioneerde schuren ondertekend. Zij hebben dus het vereiste begin van uitvoering van de herinvestering gemaakt.

Bron: Hof Den Haag 25-06-2024 (gepubl. 19-08-2024).

Ingehouden buitenlandbijdrage Zvw niet verrekenbaar

Hof Den Bosch oordeelt dat een in Spanje woonachtige vrouw de buitenlandbijdrage Zorgverzekeringswet is verschuldigd en dat deze niet verrekenbaar is met Nederlandse inkomstenbelasting.

Een vrouw woont sinds 1997 in Spanje. In 2017 en 2018 ontvangt zij een AOW-uitkering en pensioen. De belastingheffing over de AOW-uitkering is toegewezen aan Spanje. De Sociale Verzekeringsbank (SVB) heeft een buitenlandbijdrage Zorgverzekeringswet ingehouden op de AOW-uitkering. De reden is dat de vrouw als verdragsgerechtigde recht heeft op medische zorg in Spanje waarvan de kosten voor rekening van Nederland komen. Voor dit recht op medische zorg is de vrouw de zogenoemde buitenlandbijdrage Zorgverzekeringswet verschuldigd. Na het voeren van diverse gerechtelijke procedures is komen vast te staan dat de vrouw de buitenlandbijdrage verschuldigd is. De vrouw wil deze bijdrage in aftrek brengen op haar te betalen inkomstenbelasting in Nederland. De inspecteur is het hier niet mee eens.

Buitenlandbijdrage Zvw is geen belasting De vrouw wordt door het hof in het ongelijk gesteld. Eerder heeft de Centrale Raad van Beroep al geoordeeld dat de vrouw de buitenlandbijdrage verschuldigd is. Ook heeft de Centrale Raad van Beroep eerder geoordeeld dat de buitenlandbijdrage niet als belasting is aan te merken. Deze komt dan ook niet in mindering op de verschuldigde inkomstenbelasting. Het hof verwerpt ook nog de stellingen van de vrouw dat de buitenlandbijdrage als verkapte bronbelasting moet worden gezien en dat sprake zou zijn van dubbele heffing. De SVB heeft de buitenlandbijdrage terecht ingehouden en de vrouw kan deze niet verrekenen met haar in Nederland verschuldigde inkomstenbelasting.

Bron: Hof Den Bosch 12-06-2024 (gepubl. 08-08-2024).

Bezorgingsproblemen bij Post NL excuus termijnoverschrijding

Als de gemachtigde van een belastingplichtige geen bericht krijgt van PostNL dat een uitspraak op bezwaar is verstuurd, kan dat een geldig excuus zijn voor een overschrijding van de beroepstermijn.

In een zaak voor Hof Arnhem-Leeuwarden heeft een man te laat zijn beroepschrift ingediend. Dat de inspecteur de uitspraak op bezwaar heeft verzonden is niet in geschil. Maar de man stelt dat hij toch deze uitspraak niet heeft ontvangen. Hij voert aan dat tegenwoordig de post wel vaker niet op tijd of helemaal niet wordt geleverd. De aangetekende stukken van de rechtbank met de uitnodiging voor de zitting zijn ook niet bij de gemachtigde van de man afgeleverd. De gemachtigde heeft hierover evenmin bericht van gehad van PostNL terwijl de post naar het juiste adres was gezonden. De man stelt dat als het bij aangetekende post al mis gaat, dit bij gewone post ook zeker het geval kan zijn. Daarmee ontzenuwt hij het vermoeden dat de uitspraak op bezwaar op regelmatige wijze op het adres van de gemachtigde is aangeboden. De termijnoverschrijding is dus verschoonbaar.

Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden 23-07-2024 (gepubl. 09-08-2024).