Jan van Nassaustraat 21, 2596 BL Den Haag
Ma – Vr 8:30 – 17:30
post@driessenaccountancy.nl

Collectieve uitspraak op bezwaar box 3

Financiën heeft de collectieve uitspraak op het massaal bezwaar tegen box 3 gepubliceerd. De bezwaarschriften over de jaren 2017 tot en met 2020, die meeliepen in de massaal bezwaarprocedure, worden gegrond verklaard.

De bezwaarschriften tegen aanslagen inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen 2017 tot en met 2020 waarbij sprake is van belastbaar inkomen in box 3 zijn aangewezen als massaal bezwaar. De Hoge Raad heeft op 24 december 2021 geoordeeld dat de met ingang van 1 januari 2017 geldende vermogensrendementsheffing in de inkomstenbelasting in strijd is met het EVRM in het geval iemand door dit forfaitaire stelsel wordt geconfronteerd met een heffing naar een voordeel uit sparen en beleggen dat hoger is dan het werkelijk behaalde rendement. De Hoge Raad (HR: Geen vermogensmix maar werkelijk rendement, 5 januari 2022) biedt in deze zaak rechtsherstel door te bepalen dat alleen het behaalde werkelijke rendement uit de tot de rendementsgrondslag behorende bezittingen in de heffing wordt betrokken.
De staatssecretaris heeft voor alle bovengenoemde als massaal bezwaar aangewezen bezwaarschriften een collectieve uitspraak op bezwaar gedaan en deze bezwaarschriften gegrond verklaard.
Op de site van de Belastingdienst is te lezen dat het kabinet uiterlijk 1 mei met een besluit komt hoe een en ander wordt uitgevoerd. Op 1 mei wordt ook duidelijk of mensen die geen bezwaar hebben gemaakt ook rechtsherstel krijgen. Belastingplichtigen wordt verzocht zoals gebruikelijk aangifte inkomstenbelasting 2021 te doen. De definitieve aanslag zal in lijn met de uitspraak van de Hoge Raad worden opgelegd. Ook de voorlopige aanslagen over 2022 worden nog opgelegd zonder dat rekening is gehouden met de uitspraak van de Hoge Raad. De definitieve aanslag over 2022 zal in lijn met de uitspraak van de Hoge Raad worden opgelegd.

Bron: MvF 04-02-2022 en Belastingdienst.nl 04-02-2022