Jan van Nassaustraat 21, 2596 BL Den Haag
Ma – Vr 8:30 – 17:30
post@driessenaccountancy.nl

Wetgever mag aftrek lage arbeidsbeloning partner beperken

Een ondernemer kan zijn partner een arbeidsbeloning betalen, als deze partner in de onderneming meewerkt. Is de beloning lager dan € 5.000, dan komt deze niet in aftrek op de winst. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat deze wettelijke bepaling niet discriminatoir is.

Een man laat zijn echtgenote sporadisch werkzaamheden in zijn onderneming verrichten en kent haar daarvoor een beloning van € 1.500 toe. De ondernemer wil deze beloning in mindering brengen op zijn winst. De inspecteur heeft aftrek van deze beloning op grond van de wet geweigerd. Volgens de wet komen arbeidsvergoedingen voor de partner van ondernemer die minder zijn dan € 5.000 niet in aftrek op de winst. Hof Den Haag heeft de inspecteur in het gelijk gesteld.
De Hoge Raad is het eens met het oordeel van het hof. In tegenstelling tot wat de ondernemer beweert, is niet relevant of deze vergoeding al dan niet een vrijwilligersvergoeding is. Vaststaat dat er geen verband is tussen de aftrekbeperking van de arbeidsvergoeding en de uitsluiting van vrijwilligers voor de heffing van loonbelasting. De aftrekbeperking geldt ongeacht de aard van de werkzaamheden en de wijze waarop de vergoeding bij de partner in de belastingheffing wordt betrokken. Voorts oordeelt de Hoge Raad dat de aftrekbeperking niet discriminerend is ten opzichte van andere personen aan wie minder dan € 5.000 is betaald voor werkzaamheden. Dit onderscheid is immers niet van redelijke grond ontbloot. Om reden van uitvoerbaarheid en controleerbaarheid mocht de wetgever hiervoor kiezen. Het realiteitsgehalte van beloningen aan de partner kan namelijk eerder discussie geven. Bij werkzaamheden door de echtgenoot moet bovendien worden vastgesteld of deze de onder echtgenoten gebruikelijke wederzijdse hulp en bijstand te buiten gaan.

Bron: Hoge Raad 18-02-2022