Jan van Nassaustraat 21, 2596 BL Den Haag
Ma – Vr 8:30 – 17:30
post@driessenaccountancy.nl

Werkelijke rendement tweede woning voor box 3 nihil

Een woning die nog moet worden verbouwd of in aanbouw is, kan onder voorwaarden al kwalificeren als eigen woning in de zin van de Wet inkomstenbelasting. Daaronder valt niet de situatie dat men de woning niet betrekt omdat de medische voorzieningen in de omgeving niet toereikend zijn.

Een man woont van 7 september 2015 tot en met 25 oktober 2021 in Duitsland. Vanaf 26 oktober 2021 woont hij in een woning in Nederland. Die woning is op 1 juli 2011 door de man en zijn echtgenote aangekocht. De woning is medio 2013 opgeleverd. Het echtpaar is echter vanwege de betere medische voorzieningen in Duitsland blijven wonen. Na het overlijden van de vrouw, is de man in Nederland komen wonen. In zijn aangiften 2017 en 2018 brengt de man rente van hypothecaire lening in aftrek. De Belastingdienst corrigeert die aangiften. Bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant is het vervolgens de vraag of de woning kwalificeert als eigen woning of behoort tot de grondslag van het inkomen uit sparen en beleggen.

Woning die wordt verbouwd of in aanbouw is In de Wet inkomstenbelasting is ook sprake van een eigen woning als een woning nog moet worden verbouwd of als een woning in aanbouw is. Volgens de rechtbank is deze bepaling opgenomen omdat de woning dan nog niet kan worden betrokken. De woning van de man is in 2013 opgeleverd. Die woning kon toen betrokken worden. De man en zijn echtgenote hebben er bewust voor gekozen om duurzaam in Duitsland te blijven wonen vanwege de betere medische voorzieningen. De woning is geen eigen woning in de zin van de Wet inkomstenbelasting. De rente is niet aftrekbaar.

Werkelijk rendement woning in box 3 Toepassing van de Wet rechtsherstel leidt niet tot een vermindering van de aanslagen. Daarom moet in afwijking van die wet compensatie worden geboden. De rechtbank bepaalt daarom dat de woning alleen voor het daadwerkelijke rendement in de heffing kan worden betrokken. Daarbij laat het criterium ‘werkelijk rendement’ geen ruimte voor enig fictief rendement berekend naar het eigenwoningforfait. Tussen partijen staat vast dat het werkelijke rendement nihil is. De rendementsgrondslag box 3 bedraagt daarom nihil.

Bron: Rb. Zeeland-West-Brabant 10-11-2023 (gepubl. 30-11-2023).