Jan van Nassaustraat 21, 2596 BL Den Haag
Ma – Vr 8:30 – 17:30
post@driessenaccountancy.nl

Geen verlaagd btw-tarief voor openluchtvoorstelling

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat voor toepassing van het verlaagde tarief omzetbelasting het begrip ‘bioscoop’ taalkundig en strikt moet worden uitgelegd.

Een bv exploiteert een animatiestudio. Tot de werkzaamheden behoort het maken van audiovisuele creaties die in de vorm van een voorstelling worden aangeboden aan een publiek. Daarvoor organiseert de bv een openluchtvoorstelling. De voorstelling bestaat eruit dat animatiebeelden en lichteffecten worden geprojecteerd op bijvoorbeeld bomen en gebouwen in een park. Bezoekers kunnen die beelden tijdens een wandeling van 2,5 kilometer bewonderen. Bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant is in geschil of op het verlenen van toegang tot de voorstelling het verlaagde tarief omzetbelasting van toepassing is, hetgeen de inspecteur bestrijdt.

Strikte uitleg van het begrip ‘bioscoop’ De rechtbank moet het begrip ‘bioscoop’ richtlijnconform uitleggen, maar de BTW-Richtlijn bevat geen definitie van het begrip ‘bioscoop’. Daarom moet de rechtbank het begrip ‘bioscoop’ taalkundig uitleggen met inachtneming van de context waarin het begrip is gebruikt. Verder is van belang dat de context waarin het begrip ‘bioscoop’ is opgenomen een dienst omschrijft waarvoor een verlaagd tarief geldt. Dat is in afwijking van de toepassing van het normale tarief en het begrip ‘bioscoop’ moet daarom strikt worden uitgelegd.

Een animatievoorstelling is geen bioscoop Een grammaticale uitleg van het begrip ‘bioscoop’ is ‘een theater waar films worden vertoond’ of ‘theater waarop een projectiescherm films worden vertoond voor een betalend publiek’. De rechtbank oordeelt dat de door de bv verrichte werkzaamheden en aangeboden diensten niet voldoen aan de omschrijving van het begrip ‘bioscoop’. Het verlaagde tarief is niet van toepassing. De rechtbank honoreert ook het bezoek op het neutraliteitsbeginsel voor toepassing van het verlaagde tarief niet. De bv stelt dat het verlaagde tarief ook van toepassing is op diensten die vergelijkbaar zijn met die van de bv en daarom geldt het verlaagde tarief ook voor haar. Maar de bv geeft niet aan op welke specifieke diensten dan het verlaagde tarief van toepassing zou moeten zijn. De rechtbank handhaaft de aanslag.

Bron: Rb. Zeeland-West-Brabant 22-03-2024 (gepubl. 02-04-2024)