
Gemiddelde pensioenleeftijd stijgt naar 66 jaar en 1 maand
In 2024 gingen bijna 93.000 werknemers met pensioen. De gemiddelde pensioenleeftijd lag op 66 jaar en 1 maand, dat is ruim twee maanden later dan in 2023.
Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Meer werknemers stoppen pas bij 67 jaar
De pensioenleeftijd loopt steeds meer gelijk met de AOW-leeftijd, die in 2024 is gestegen naar 67 jaar.
In 2024 stopte 40% van de werknemers op 67-jarige leeftijd
In 2023 was dat nog maar 6%
Ook opvallend:
In 2024 was 77% van de gepensioneerden 65 jaar of ouder
In 2014 was dat 47%, en in 2004 slechts 12%
Dat verschil komt vooral doordat vroegpensioenregelingen na 2006 grotendeels zijn afgeschaft. In 2004 ging nog bijna 75% van de mensen vóór hun 62e met pensioen. In 2024 is dat minder dan 5%.
Verschillen tussen sectoren
In alle sectoren is de pensioenleeftijd gestegen sinds 2004.
Werknemers in het openbaar bestuur gingen het vroegst met pensioen: gemiddeld 65,3 jaar
Daarna volgden de zorg, de bouw en het onderwijs
Samen waren deze vier sectoren goed voor meer dan de helft van alle pensioenen in 2024
De hoogste pensioenleeftijd was in:
de overige dienstverlening: gemiddeld 68,1 jaar
gevolgd door de landbouw, bosbouw en visserij
en de overige zakelijke diensten
De gemiddelde pensioenleeftijd lag in 2024 ruim vijf jaar hoger dan in 2004.
Bron: CBS