Gebruikersvergoeding privépand beperkt tot box 3-voordeel
IB-ondernemers mogen vanwege een (forfaitaire) gebruiksvergoeding een deel van de gebruikelijke huurderslasten aftrekken bij gebruik van privépanden in hun onderneming. Maar daar blijft het dan ook bij. Ondernemers mogen niet ook nog eens een fictieve huurvergoeding aftrekken.
Gebruikt een ondernemer een privévermogensbestanddeel, anders dan een auto, voor ondernemingsdoeleinden, dan mag hij daarvoor een gebruikerskostenvergoeding aftrekken. Maar deze aftrek is wel beperkt tot maximaal het forfaitair rendement van box 3 over dat vermogensbestanddeel. Hierbij hoeft de ondernemer overigens geen rekening te houden met zijn heffingsvrije vermogen. Bovendien mag de ondernemer een evenredig deel van de kosten aftrekken die normaal gesproken voor rekening van een huurder van het vermogensbestanddeel komen. Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden biedt deze regeling geen ruimte voor meer aftrek. De zaak voor het hof is aangespannen door een vrouw, die in 2011 haar eenmanszaak heeft verplaatst naar een aantal van haar privépanden. Naast de gebruikersvergoeding wil de vrouw een fictieve huurvergoeding aftrekken voor de privépanden waarin zij haar eenmanszaak drijft. Het hof oordeelt dat de Belastingdienst de aftrek van deze fictieve huurvergoeding mag weigeren. Dat hier sprake is van een gedwongen verplaatsing van de onderneming, is geen reden om het aftrekrecht te verruimen.
Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden 14-05-2019