Toename r.c.-schuld is dividenduitkering aan dga
Als de inspecteur kan aantonen dat een toename van de rekening-courantschuld van de dga aan zijn bv niet meer kan of zal worden afgelost, omdat de dga onvoldoende inkomsten of vermogen heeft, dan heeft de dga een winstuitdeling genoten.
Gedurende de jaren 2010 tot en met 2014 neemt een dga steeds meer geld op van de bv in rekening-courant. In 2014 neemt de rekening-courantschuld toe met € 113.979. De toename komt deels door aankoop van een perceel grond van € 45.000. De Belastingdienst meent dat de bv een uitdeling heeft gedaan aan de dga vanwege de toename van de rekening-courantschuld van de dga. Hij heeft daarom een navorderingsaanslag inkomstenbelasting opgelegd aan de dga.
Rechtbank Den Haag moet de vraag oplossen of de oplopende rekening-courantschuld van de dga aan de bv een uitdeling van de bv is. Kan de inspecteur aannemelijk maken dat de opgenomen gelden de bv definitief hebben verlaten en dat de vennootschap en aandeelhouder zich daarvan bewust zijn geweest? De rechtbank oordeelt dat de toename van de rekening-courantschuld in 2014 een uitdeling is. De dga en zijn echtgenote hadden, afgezien van het aandelenbezit in de bv, onvoldoende inkomsten en vermogen om de toename van de rekening-courantschuld aan de bv af te lossen. Die toename heeft het vermogen van de bv daarom definitief verlaten. Voor de opname van € 45.000 voor de aankoop van een perceel grond geldt dit evenwel niet. De dga heeft het perceel later verkocht en met de opbrengst een deel van de schuld afgelost. Die opname heeft het vermogen van de bv niet definitief verlaten. De rechtbank is van mening dat zowel de bv als de dga zich bewust moeten zijn geweest dat een deel van de toename van de rekening-courant niet kon en zou worden afgelost.
Bron: Rb. Den Haag 09-01-2020