Jan van Nassaustraat 21, 2596 BL Den Haag
Ma – Vr 8:30 – 17:30
post@driessenaccountancy.nl

Niet-ingetrokken VAR-wuo bindt inspecteur

Rechtbank Noord-Nederland kent aan een voor het jaar 2015 afgegeven verklaring arbeidsrelatie-winst uit onderneming zelfstandige betekenis toe. De fiscus is daardoor in beginsel gebonden aan deze verklaring.

Een man drijft tot en met 2013 een onderneming. In 2014 handelt hij in tweedehands goederen, maar deze activiteiten beëindigt hij op 30 juni 2014. Vervolgens verricht hij vanaf maart 2015 werkzaamheden die men kan omschrijven als het uitoefenen van een klussenbedrijf. De man vraagt voor het jaar 2015 een Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) aan bij de fiscus. Daarop geeft de Belastingdienst een Verklaring Arbeidsrelatie winst uit onderneming (VAR-wuo) af. In 2018 laat de inspecteur de man weten toch te twijfelen aan de hoedanigheid waarin de man zijn werkzaamheden in 2015 heeft verricht. De man kan deze twijfel niet wegnemen. De fiscus besluit de inkomsten uit de activiteiten te bestempelen als resultaat uit overige werkzaamheden. De man protesteert en stelt dat de Belastingdienst is gebonden aan de VAR-wuo.
De rechtbank merkt op dat de VAR-wuo niet is herzien of ingetrokken. Vervolgens wijst de rechtbank erop dat in 2015 aan de VAR een zelfstandige betekenis toekwam. De geldigheid van de VAR-wuo is dus niet alleen gebaseerd op het vertrouwensbeginsel. Tenzij de man de VAR onder valse voorwendsels heeft aangevraagd, is de inspecteur gebonden aan de VAR-wuo. De rechtbank oordeelt dat deze uitzondering zich hier niet voordoet. De man is in 2015 maar net begonnen met zijn klusbedrijf. Hij kon toen niet precies weten hoeveel opdrachtgevers hij zou krijgen. Hoewel de man drie tot zeven opdrachtgevers verwachtte, heeft hij in werkelijkheid in 2015 maar één opdrachtgever gehad. De werkelijkheid kan echter nu eenmaal afwijken van verwachtingen. Verder gelooft de rechtbank dat de man voor mond-tot-mond reclame heeft gezorgd. In zijn branche is dat een belangrijke vorm van reclame. De rechtbank verklaart het beroep van de man daarom gegrond.

Bron: Rb. Noord-Nederland 16-12-2020