Rittenregistratie moet werkelijk gereden kilometers tonen
Als een werknemer een rittenregistratie overlegt, dient deze inzicht te geven in de werkelijk gereden kilometers. Geeft hij standaardkilometers op, dan schaadt hij daarmee de geloofwaardigheid van de rittenregistratie, aldus Rechtbank Noord-Nederland.
Een bedrijf stelt zijn werknemer zowel in 2017 als in 2018 een auto van de zaak ter beschikking. Overigens gaat het in 2018 om een ander exemplaar dan in 2017. De werknemer vraagt in 2017 een Verklaring geen privégebruik auto aan bij de Belastingdienst. In 2018 moet hij van de inspecteur een vragenformulier Geen privégebruik auto invullen. Bij het terugsturen van het ingevulde formulier overlegt de man een rittenregistratie. In deze rittenregistratie gaat hij voor veel voorkomende ritten uit van een standaardaantal kilometers. De Belastingdienst vindt dat niet realistisch en verwerpt de rittenregistratie. De inspecteur legt vervolgens de werknemer naheffingsaanslagen loonheffingen op.
De man gaat in beroep gaat maar ook de rechtbank vindt dat de rittenregistratie te veel onnauwkeurigheden bevat. Daarbij speelt een rol dat de werknemer verklaart dat hij in het begin niet wist welke gegevens bij te houden. Daarom heeft hij de registratie achteraf gereconstrueerd. Ook heeft hij voor veel voorkomende ritten steeds een gelijk aantal kilometers opgegeven. Maar hij geeft ook toe dat de verkeerssituatie niet altijd gelijk is. Deze omstandigheden maken zijn rittenregistratie onbetrouwbaar. De rechtbank oordeelt dat de naheffingsaanslagen terecht zijn opgelegd.