Koper van bv neemt schuld van dga over: geen winstuitdeling
Een dga met een schuld aan zijn bv verkoopt de aandelen in die bv aan een derde. De derde voldoet de koopsom door de schuld van de dga over te nemen en krijgt daarvoor nog een bedrag toe. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat in zo’n geval niet per definitie een verkapte winstuitdeling heeft plaatsgevonden.
De zaak betreft een man die in Frankrijk woont en op 1 januari 2014 de eigendom heeft van alle aandelen in een Nederlandse bv. Op die datum is de waarde van de aandelen € 590.448. De dga is zijn bv in totaal € 566.886 verschuldigd. Op 27 mei 2014 verkoopt hij zijn aandelen in de bv aan een derde voor € 574.963. De schulden van de dga aan zijn bv zijn inmiddels opgelopen tot € 587.463. De koper van de aandelen voldoet de koopsom door de schuld van de dga aan de bv over te nemen. Omdat de schuld hoger is dan de koopsom, moet de dga de koper nog € 12.500 bijbetalen. Volgens de Belastingdienst heeft feitelijk een winstuitdeling plaatsgevonden van € 587.463. Uitsluitend in het geval sprake is van zo’n regulier voordeel, kan de Nederlandse fiscus heffen.
De rechtbank stelt dat een regulier voordeel uit aanmerkelijk belang aanwezig is als sprake is van een vermogensverschuiving van de bv naar de aandeelhouder als zodanig. Deze verschuiving dient te leiden tot een verarming van de bv. Daarnaast moet de onttrekking van vermogen plaatsvinden uit de behaalde of binnen afzienbare tijd te behalen winst. Verder moet zowel de bv als de aandeelhouder zich bewust zijn van de bevoordeling van de aandeelhouder.
Zowel de dga als de inspecteur menen dat de dga in staat is geweest om vóór de aandelenoverdracht zijn schuld aan zijn bv af te lossen. De volgende vraag is hoe aannemelijk het is dat de schuld niet wordt afgelost. Het is duidelijk dat de dga niet van plan is zelf de schuld af te lossen, maar dat vindt de rechtbank van onvoldoende belang. De koper kan immers ook de schuld aflossen. Daarbij weegt de rechtbank mee dat de koper niet is verbonden met de dga of de bv. Al met al staat niet vast dat vermogen ter grootte van de vordering op de dga het vermogen van de bv heeft verlaten. De rechtbank besluit daarom de dga in het gelijk te stellen.
Bron: Rb. Zeeland-West-Brabant 22-04-2021