Wijziging Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001
Met deze maatregel wordt het begrip administratieplichtigen aan de Belastingdienst uitgebreid. Het gaat om een verplichting voor de periodieke renseignering van gegevens en inlichtingen uit het zogenoemde formulier IB-47, onder vermelding van het bsn.
De nieuwe renseigneringsverplichting gaat gelden voor twee groepen administratieplichtigen. Allereerst betreft dit inhoudingsplichtigen in de zin van de Wet op de loonbelasting 1964 die betalingen doen aan een natuurlijk persoon voor werkzaamheden en diensten die zijn verricht voor de inhoudingsplichtige zelf of een met de inhoudingsplichtige verbonden vennootschap.
Daarnaast betreft dit zogenoemde collectieve beheersorganisaties (cbo’s). Dit zijn organisaties die namens een groep van rechthebbenden optreden om zonder winstoogmerk vergoedingen voor een auteursrecht of naburig recht te innen en onder die rechthebbenden te verdelen.
De nieuwe renseigneringsstroom zal feitelijk voor het eerst per 1 januari 2023 gaan plaatsvinden. De gegevens over een bepaald kalenderjaar moeten na afloop van dat kalenderjaar en uiterlijk op 31 januari van het daaropvolgende kalenderjaar worden aangeleverd. Dit moet zowel de Belastingdienst als de betreffende administratieplichtigen voldoende tijd geven om het nieuwe proces tijdig en toereikend in te richten.
Met de nieuwe renseigneringsstroom wordt niet het gehele proces van het formulier IB-47 in deze maatregel vervat. Het bestaande proces van het formulier IB-47 – dus zonder uitvraag van het bsn – blijft vooralsnog gehandhaafd voor uitbetalingen die niet onder de nieuw in te voeren renseigneringsverplichting vallen.
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2022.
Bron: MvF, 07-07-2021, Stb. 2021, 358