IB-ondernemerschap vergt meer dan verschijningsplicht
Nadat een ondernemer zijn bedrijf heeft verkocht en alleen nog maar op afroep hoeft te komen, zal hij waarschijnlijk geen IB-ondernemer meer zijn.
Een man handelt via zijn eenmanszaak in kaasproducten en aanverwante artikelen. Deze producten verhandelt hij op drie markten in drie verschillende plaatsen. De ondernemer sluit op 25 juli 2016 een verkoopovereenkomst met een VOF. In het kader van deze overeenkomst gaat de ondernemer met tot 1 januari 2016 terugwerkende kracht een nieuwe VOF aan met de koper. Op 15 augustus 2016 draagt de ondernemer het recht tot de verkoop van kaas- en zuivelproducten op de drie markten over aan de oude VOF. Deze overdracht is inclusief goodwill, voorraad en inventaris. Na deze overdracht vindt een ontbinding van de nieuwe VOF plaats. De man moet daarna nog wel aanwezig zijn op de markt wanneer de marktmeester daarom verzoekt. Voor deze verschijningsplicht ontvangt hij een kilometervergoeding en een vast bedrag van € 50 per keer. De man meent dat hij daardoor in 2017 nog steeds kwalificeert als ondernemer voor de inkomstenbelasting, maar de inspecteur is het daar niet mee eens.
Het geschil belandt voor Rechtbank Zeeland-West-Brabant. De rechtbank constateert dat voor de man na 15 augustus 2016 nog maar weinig (arbeids)inspanningen resteren. Hij moet alleen nog op afroep gaan naar de markt gaan en een vergunning overdragen. Daarnaast is hij los in te schakelen voor verkoopactiviteiten. Daarvoor kan hij apart een rekening sturen. Maar de man bewijst niet dat hij in 2017 omzet heeft behaald met marktbezoeken of verkoopactiviteiten. Verder volgt uit de inschrijving bij de Kamer van Koophandel dat de oude VOF de bedrijfsleider is met volledige volmacht. Dit wijst erop dat die VOF ook naar buiten toe optreedt als vertegenwoordiger van de marktexploitant. De man vervult hierbij geen rol. Hieruit blijkt dat echt sprake is van een verkoop en staking van de onderneming. Vervolgens oordeelt de rechter dat de resterende activiteiten van de man onvoldoende zijn om nog te kwalificeren als IB-ondernemer.
Bron: Rb. Zeeland-West-Brabant 06-08-2021 (gepubl. 23-08-2021)