Verlies niet navorderen zonder verliesherzieningsbeschikking
De inspecteur die een natuurlijk persoon een navorderingsaanslag wil opleggen vanwege een ten onrechte verrekend verlies moet eerst een herzieningsbeschikking opstellen. Doet hij dat niet, dan zal de belastingrechter de navorderingsaanslag vernietigen.
In 2009 emigreert een echtpaar van Nederland naar Zwitserland. Zij geven in hun aangifte IB/PVV 2011 als buitenlandse belastingplichtigen een negatief inkomen uit werk en woning op. De inspecteur geeft een verliesbeschikking af waarin hij de aangiftes van het echtpaar volgt. Vervolgens verrekent de Belastingdienst bij beschikking het verlies uit 2011 met een positief box 1-inkomen uit 2008. Naderhand neemt de fiscus het standpunt in dat de echtgenoten in 2011 helemaal geen box 1-verlies hebben geleden. De man krijgt daarom een navorderingsaanslag 2008 opgelegd. Maar de inspecteur heeft de verliesbeschikking niet herzien bij voor bezwaar vatbare beschikking. Hij meent dat een verliesherzieningsbeschikking besloten ligt in de navorderingsaanslag. Daarom hoeft hij de verliesbeschikking niet in een aparte beschikking te herzien.
Rechtbank Gelderland is het helemaal niet eens met dat standpunt. Een herziening van een verliesbeschikking moet plaatsvinden bij voor bezwaar vatbare beschikking. Dat volgt uit de wet. Bovendien moet de inspecteur een verliesherzieningsbeschikking nemen voordat hij een navorderingsaanslag oplegt vanwege een ten onrechte verrekend verlies. Dat is terug te vinden in de rechtspraak. De rechter oordeelt dat in de navorderingsaanslag geen verliesherzieningsbeschikking ligt besloten. Uit de navorderingsaanslag volgt namelijk niet dat het verlies uit 2011 is herzien. Het gevolg is dat de Belastingdienst geen navorderingsaanslag had mogen opleggen. De rechtbank besluit dan ook de navorderingsaanslag te vernietigen.
Bron: Rb. Gelderland 01-07-2021 (gepubl. 03-09-2021)