Belastingkorting kan toch zonder beschikking ab-verlies
Rechtbank Noord-Nederland staat toe dat een dga zijn verlies uit aanmerkelijk belang, dat niet bij beschikking is vastgesteld, omzet in een belastingkorting. De rechtbank heeft dit standpunt niet altijd ingenomen.
Een belastingplichtige die na de vervreemding van zijn volledige aanmerkelijk belang (ab) nog een verlies uit ab heeft openstaan, kan dit verlies omzetten in een belastingkorting. De belastingkorting voor verlies uit aanmerkelijk belang bedraagt in 2021 26,9% van het openstaande verlies. De belastingkorting valt te verrekenen met de belasting over de box 1-inkomens van het jaar van omzetting en de zeven volgende jaren. Maar de nog niet gebruikte belastingkorting vervalt uiterlijk als negen jaren zijn verstreken na het jaar waarin de belastingplichtige het ab-verlies heeft geleden. Voor het omzetten van een ab-verlies in een belastingkorting moet men wel voldoen aan enkele voorwaarden.
Volgens de wet stelt de inspecteur het bedrag van de belastingkorting vast bij een beschikking. Tegen deze beschikking staat de mogelijkheid van bezwaar en beroep open. In beginsel zal de Belastingdienst ook het verlies uit ab hebben vastgesteld in een beschikking. Rechtbank Noord-Nederland heeft op 15 juni 2021 geoordeeld dat zonder zo’n beschikking een verlies uit ab niet valt om te zetten in een belastingkorting. Dezelfde instantie, zij het met een andere persoon als rechter, komt een paar maanden later met het tegenovergestelde oordeel. In die zitting constateert de rechter dat men uit de grammaticale uitleg van de wettekst niet kan halen dat het ab-verlies bij beschikking moet zijn vastgesteld. Uit de wetsgeschiedenis maakt de rechtbank op dat de wetgever de formalisering van het vaststellen van het ab-verlies en de belastingkorting in één beschikking wil samenbundelen.
De bedoeling van de wetgever is op zichzelf niet onlogisch, aldus de rechtbank. Het doel van de regeling is namelijk dat men een verlies uit ab, dat niet (meer) op reguliere wijze valt te verrekenen met winst uit ab, alsnog kan compenseren. Het betreft dus niet de reguliere verliesverrekening binnen box 2, maar het overhevelen van een resterend verlies vanuit box 2 naar box 1. In dat kader is het niet noodzakelijk om het resterende verlies eerst binnen box 2 bij voor bezwaar vatbare beschikking vast te stellen. Aangezien er geen aanmerkelijk belang meer is, zal toch geen verliesverrekening binnen box 2 meer plaatsvinden.
Bron: Rb. Noord-Nederland 29-10-2021 (gepubl. 18-11-2021)