Geen periodieke uitkering bij vijf afzonderlijke schenkingen
Ook de Hoge Raad oordeelt dat schenkingen, gedaan bij vijf afzonderlijke notariële akten, samen niet één periodieke uitkering vormen voor de schenkbelasting.
Bij vijf afzonderlijke notariële akten van schenking hebben een man en zijn ouders een overeenkomst van schenking gesloten. De ouders erkennen in elke overeenkomst € 10.000 schuldig aan de man, die de schuldigerkenning aanvaardt. Deze schenking is onmiddellijk en zonder ingebrekestelling opeisbaar bij (onder meer) het overlijden van de langstlevende schenker. Er is geen rente verschuldigd. In elk van de aktes is een herroepingsrecht opgenomen en een recht tot vervroegde aflossing. De inspecteur heeft aan de zoon een aanslag schenkbelasting opgelegd. Anders dan de inspecteur, heeft Hof Den Bosch geoordeeld dat de schenkingen geen periodieke uitkering voor de schenkbelasting vormen. Er zijn volgens het hof vijf afzonderlijke schenkingen gedaan. Daarvan hebben vier plaatsgevonden onder een opschortende voorwaarde van in leven zijn van de langstlevende ouder.
De staatssecretaris van Financiën gaat in cassatie. Advocaat-generaal IJzerman concludeert tot ongegrondverklaring van het cassatieberoep. En dat is wat de Hoge Raad ook doet. De Hoge Raad stelt dat het hof heeft geoordeeld dat betekenis valt toe te kennen aan de civielrechtelijke vorm van de schenkingen. In deze zaak doet zich niet het geval voor waarin zelfstandige kwalificatie geboden is ter vermijding van onaanvaardbare gevolgen voor de belastingheffing. Dit hofoordeel getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting en is toereikend gemotiveerd, aldus de Hoge Raad.