Jan van Nassaustraat 21, 2596 BL Den Haag
Ma – Vr 8:30 – 17:30
post@driessenaccountancy.nl

Geen schadevergoeding door contract met gemachtigde

Er wordt geen immateriële schadevergoeding toegekend als de ontvangen bedragen altijd aan de gemachtigde moeten worden doorbetaald.

Het gaat hier om twee zaken waarin hetzelfde WOZ-bureau als gemachtigde optreedt. In de eerste zaak stelt de eigenaar van een portiekflat dat een vergelijkbare flatwoning lager is gewaardeerd. Verder is te verrichten groot onderhoud en de staat van de woning onvoldoende meegenomen. Volgens de getekende machtiging heeft het WOZ-bureau recht op alle vergoedingen die hem door de rechtbank worden toegekend. In de tweede zaak gaat het om een huurder. Hij beroept zich ook op de staat van de woning. De huurder heeft een identieke machtiging getekend.
Rechtbank Den Haag acht het beroep van de huurder al ongegrond omdat een verlaging van de WOZ-waarde voor hem geen financiële gevolgen heeft. Het beroep van de eigenaar van de portiekflat faalt op inhoudelijke gronden. De gemeente Gouda onderbouwt de WOZ-waarde al voldoende met de verkoopsom van de portiekflat in combinatie met de prijsstijgingen op de woningmarkt. Ook is er voldoende rekening gehouden met de verschillen ten opzichte van de referentiewoningen. De eigenaar heeft onvoldoende onderbouwd dat de genoemde flatwoning inderdaad vergelijkbaar is. Het te verrichten groot onderhoud en de slechte staat van zijn woning geldt ook voor andere flatwoningen, en is dus al in de prijzen verwerkt.
Er is in beide zaken gevraagd om een immateriële schadevergoeding omdat de behandeling van de zaak lang heeft geduurd. Volgens de rechtbank is de redelijke behandeltermijn (gering) overschreden, maar er bestaat geen recht op een schadevergoeding. Een immateriële schadevergoeding is een (persoonlijke) compensatie voor de spanning en frustratie tijdens de procedure. Door de getekende machtiging worden de huurder en de eigenaar niet persoonlijk gecompenseerd, zodat een schadevergoeding geen zin heeft.

Bron: Rb. Den Haag 13-04-2023 (gepubl. 02-05-2023)