Schadevergoeding wegens concurrentie na verkoop is belast
Moet de verkoper van een deelneming naderhand de koper een schadevergoeding betalen vanwege concurrerend gedrag? Dan valt deze schadevergoeding niet onder de deelnemingsvrijstelling.
Een bv koopt in juni 2017 de helft van de aandelen in een vennootschap waarvan zij al 50% van de aandelen in handen heeft. De overeengekomen verkoopprijs bedraagt € 302.370. De partijen hebben in de verkoopovereenkomst bewust afgezien van de mogelijkheid tot het opnemen van een concurrentie- en of relatiebeding. De enige bestuurder van het lichaam dat de aandelen verkoopt, verbindt zich eind 2017 om activiteiten voor een nieuwe vennootschap te verrichten. Het gaat daarbij om dezelfde soort activiteiten die hij daarvoor heeft verricht voor de oude vennootschap. Bovendien bevindt de nieuwe vennootschap zich in de omgeving van de oude vennootschap. De bv stelt dat zij door het handelen van de bestuurder van de verkoper schade heeft geleden. Uiteindelijk scheldt de verkoper bij wijze van schadevergoeding de bv het deel van de koopsom kwijt dat zij nog moet betalen. Het gaat hierbij om een bedrag van € 181.186.
Schadevergoeding houdt onvoldoende verband met verkoop De bv meent dat het bedrag van € 181.186 een voordeel is dat onder de deelnemingsvrijstelling valt. De Belastingdienst is het daar niet mee eens, zodat de bv in beroep gaat. Maar ook Rechtbank Zeeland-West-Brabant weigert de toepassing van de deelnemingsvrijstelling op dit bedrag. De schadevergoeding is namelijk opgekomen nadat de verkoopovereenkomst is gesloten en de verkoop daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Hoewel niet vaststaat dat sprake is van wanprestatie, is wel duidelijk dat de schadevergoeding verband houdt met het gedrag van de bestuurder van de verkoper na die verkoop. De verkoper had zonder de verkoop de schadevergoeding niet hoeven te betalen. Toch is de schadevergoeding voor de verkoper geen kostenpost in verband met de verkoop van de deelneming zelf. De schadevergoeding houdt daarom te weinig verband met de verkoop van de deelneming, aldus de rechtbank.
Bron: Rb. Zeeland-West-Brabant 10-05-2024 (gepubl. 16-05-2024).