Achteraf opgestelde kilometeradministratie voldoet niet
Wie van zijn werkgever een auto ter beschikking krijgt gesteld kan alleen onder de bijtelling privégebruik uitkomen als hij overtuigend kan aantonen minder dan 500 km privé te hebben gereden. Met een achteraf opgestelde kilometerregistratie die diverse gebreken vertoont lukt dat niet.
Een holding houdt alle aandelen in een bv. Deze bv exploiteert een groothandel in computers, randapparatuur en software. De dga van de holding heeft een auto ter beschikking gesteld gekregen. In de loonaangiften van beide bv’s is geen rekening gehouden met een bijtelling privégebruik auto. Hoewel de holding naar aanleiding van een verzoek rittenregistraties overhandigt aan de inspecteur legt hij toch een naheffingsaanslag loonheffingen op en een verzuimboete.
Kilometerregistratie vertoont gebreken Bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant is in geschil of de naheffingsaanslag loonheffingen en de verzuimboete terecht zijn opgelegd. Ook doet de dga een beroep op het vertrouwensbeginsel.
De rechtbank stelt vast dat de holding aan de dga een auto ter beschikking heeft gesteld. Dan is het aan de dga om overtuigend aan te tonen dat de dga 500 of minder kilometer met de auto privé heeft gereden. De rechtbank oordeelt dat dit niet het geval is. De rechtbank constateert een aantal gebreken. Zo heeft de dga twee rittenregistraties verstrekt over de eerste helft van 2021. De begin- en eindstand per registratie verschilt. Ook is er een verschil van 250 kilometer tussen de afgelegde kilometers woon-werkverkeer volgens de rittenregistratie en volgens Google Maps en de ANWB routeplanner. De rechtbank stelt eveneens vast dat op een dag dat de auto volgens de rittenregistratie voor woon-werkverkeer zou zijn gebruikt, een verkeersovertreding is geconstateerd op een andere plek. Voor deze afwijkingen heeft de dga geen plausibele verklaring. De rechtbank verwerpt daarom de kilometeradministratie.
Geen opgewekt vertrouwen Het kan verwarrend zijn geweest dat de inspecteur in de aanslagfase slechts enkele ritten ter discussie heeft gesteld en pas in de bezwaarfase ook over de andere ritten vragen heeft gesteld. Deze handelwijze is echter geen standpuntbepaling of een toezegging. De rechtbank verwerpt dan ook het beroep op het vertrouwensbeginsel.
Verzuimboete De verzuimboete is aan de holding opgelegd, omdat de loonheffingen terecht zijn nageheven. Daardoor staat vast dat de loonheffingen niet binnen de in de belastingwet gestelde termijn betaald zijn.
Bron: Rb. Zeeland-West-Brabant 07-06-2024 (gepubl. 14-05-2024).