Onenigheid met medeaandeelhouder verlaagt waarde aandelen
Als na liquidatie van een bv een aandeelhouder geen aanmerkelijk belang meer heeft, geniet hij fictief inkomen uit aanmerkelijk belang. Dan is de opbrengst gelijk aan de waarde in het economische verkeer van de aandelen. Als echter de aandeelhouder geen inzage kan krijgen in de financiën van de bv, is de waarde van de aandelen nihil.
Een dga heeft bij de oprichting in 2011 49% van de aandelen in een bv, zijn medeaandeelhouder heeft 51% van de aandelen. De bv exploiteert een restaurant. In 2013 heeft de bv het restaurant verkocht. In 2018 ontbindt de KvK de bv. In de aangifte inkomstenbelasting 2018 geeft de dga geen inkomen uit aanmerkelijk belang op. De inspecteur corrigeert de aangifte met een inkomen uit aanmerkelijk belang vanwege de liquidatie van de bv.
Het geschil Bij rechtbank Zeeland-West-Brabant is in geschil of de correctie door de Belastingdienst correct is.
Fictieve opbrengst aandelen De rechtbank stelt vast dat mogelijk sprake is van fictieve vervreemding van aandelen die tot een aanmerkelijk belang behoren. Daarvan is namelijk ook sprake bij het niet langer aanwezig zijn van een aanmerkelijk belang.
Waarde aandelen in het economische verkeer nihil In 2018 heeft de dga niet langer een aanmerkelijk belang. Er is geen opbrengst geweest. Voor het inkomen uit aanmerkelijk belang geldt dan dat de opbrengst wordt gesteld op de waarde in het economisch verkeer van die aandelen. Volgens de rechtbank is die waarde nihil. De rechtbank stelt namelijk vast dat de medeaandeelhouder van de dga en enig bestuurder niet bereid is enig inzicht te verschaffen in de feitelijke gang van zaken en in de financiële positie van de bv. Er is verder ook geen andere informatie beschikbaar. Onder die omstandigheden zal een eventuele koper niets voor de aandelen in de bv willen betalen. De rechtbank vernietigt de navorderingsaanslag 2018.
Bron: Rb. Zeeland-West-Brabant 22-07-2024 (gepubl. 25-07-2024).