Jan van Nassaustraat 21, 2596 BL Den Haag
Ma – Vr 8:30 – 17:30
post@driessenaccountancy.nl

Verlies bij verkoop auto’s niet aan fiscus te wijten

Een onderneemster heeft het voornemen auto’s te verhuren. Voor de financiering van haar ondernemingsactiviteiten wil ze de teruggaaf omzetbelasting gebruiken, maar die komt niet. De onderneemster stelt vervolgens de Belastingdienst aansprakelijk voor het verlies op de gedwongen verkoop van de auto’s vanwege de geweigerde teruggaaf.

Een onderneemster heeft zich in 2018 als ondernemer voor de omzetbelasting aangemeld bij de Belastingdienst. Vanaf dat moment heeft zij voornamelijk nihilaangiften omzetbelasting ingediend. Voor het tweede kwartaal van 2021 vraagt zij om een teruggaaf van € 13.697 vanwege de voorbelasting op twee Mercedessen, bedoeld voor verhuur. Naar aanleiding van dit verzoek heeft de inspecteur een vragenbrief gestuurd en heeft hij een onderzoek aangekondigd. Vervolgens is de gevraagde teruggaaf geweigerd. Ook heeft de inspecteur een naheffingsaanslag opgelegd. De onderneemster heeft in 2021 korte tijd na aanschaf de auto’s met verlies moeten verkopen. Zij stelde dat de vertraging bij de teruggaaf te wijten was aan discriminatie. De inspecteur heeft dit ontkend en stelt dat de controle gerechtvaardigd was door de vele nihilaangiften die de onderneemster heeft ingediend.

Meer gemaakte kosten niet aannemelijk gemaakt Tijdens de zitting bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant geeft de inspecteur toe dat in het controlerapport rekenfouten zijn gemaakt. Hij is daarom van mening dat de naheffingsaanslag moet worden verminderd naar € 19.222. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een verdere vermindering van de naheffingsaanslag, omdat de onderneemster niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij meer kosten heeft gemaakt dan de facturen die zij heeft overgelegd. Ook is geen sprake van discriminatie door de inspecteur.

Verlies bij verkoop op auto’s niet de schuld van de Belastingdienst De rechtbank acht niet aannemelijk dat de late reactie van de inspecteur op het verzoek om aftrek van voorbelasting heeft geleid tot een substantiële vermindering van de waarde van de auto’s die de onderneemster heeft verkocht. De rechtbank acht het ondernemersplan van de onderneemster niet realistisch en onvoldoende onderbouwd, waardoor het verlies eerder daaraan te wijten is dan aan de trage besluitvorming van de inspecteur.

Bron: Rb. Zeeland-West-Brabant 28-10-2024 (gepubl. 31-10-2024).