Jan van Nassaustraat 21, 2596 BL Den Haag
Ma – Vr 8:30 – 17:30
post@driessenaccountancy.nl

Hof: Geen 30%-regeling voor Oekraïense vluchteling die in Nederland woonachtig is

X (belanghebbende), een Oekraïense staatsburger, is in maart 2022 met zijn gezin naar Nederland gevlucht vanwege de oorlog in Oekraïne. Hij kreeg een tijdelijke woning toegewezen en staat sinds 18 maart 2022 onafgebroken ingeschreven in de BRP. Zijn gezin huurt nog een appartement in Oekraïne.

Vanaf april tot en met augustus 2022 werkte X als opvarende op een schip onder Liberiaanse vlag in internationale wateren. Op 1 september 2022 sloot hij een arbeidsovereenkomst voor 12 maanden met bedrijf Y en startte op 11 oktober 2022 met zijn werkzaamheden.

Op 19 oktober 2022 vroegen X en Y gezamenlijk om toepassing van de 30%-regeling. De Inspecteur weigerde dit verzoek. Rechtbank Noord-Holland oordeelde dat deze weigering onterecht was.
Oordeel Hof Amsterdam

In hoger beroep kwam Hof Amsterdam echter tot een ander oordeel. Het Hof stelde dat X niet heeft aangetoond dat hij op 1 september 2022 niet in Nederland woonde. Volgens het Hof had hij een duurzame band van persoonlijke aard met Nederland.

Dat X daarnaast nog banden met Oekraïne had, deed hier niets aan af. Hierdoor voldeed hij niet aan de voorwaarden voor de 30%-regeling, die alleen geldt voor werknemers die vanuit het buitenland naar Nederland komen voor werk.
Gevolg van de uitspraak

Het hoger beroep van de Inspecteur is gegrond. Dit betekent dat X geen gebruik kan maken van de 30%-regeling en hij zijn volledige inkomen in Nederland belast ziet zonder de fiscale voordelen van deze regeling.