Ook bij terugstorting is griffierecht tijdig betaald
Is het griffierecht in eerste instantie tijdig betaald, maar heeft de rechtbank het betreffende bedrag ten onrechte teruggestort, dan heeft de insteller van het beroep toch voldaan aan zijn verplichting om het griffierecht tijdig te betalen, zo heeft de Hoge Raad bepaald.
Een bv had bij Rechtbank Den Haag een beroepschrift ingediend. Hierin had zij met een beroep op betalingsonmacht gevraagd om geen griffierecht te hoeven betalen. Toen de griffier toch een nota voor het griffierecht stuurde, betaalde de bv deze nota op tijd. Vervolgens stortte de griffier het bedrag weer terug. Later wees de rechtbank het beroep op betalingsonmacht af. Toen de rechtbank vervolgens het beroepschrift van de bv behandelde, werd het beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens niet-betaling van het griffierecht. De Hoge Raad oordeelde dat dit onterecht was en dat de bv het griffierecht tijdig had betaald. Dat de rechtbank het griffierecht had teruggestort, deed hier niets aan af. Wel moest de bv het griffierecht opnieuw betalen, waarna de rechtbank het beroep van de bv in behandeling moest nemen.
Bron: Hoge Raad, 29-3-2019