Jan van Nassaustraat 21, 2596 BL Den Haag
Ma – Vr 8:30 – 17:30
post@driessenaccountancy.nl

Inspecteur mag maar één keer uitspraak op bezwaar doen

Wanneer de Belastingdienst eenmaal een uitspraak op een bezwaarschrift heeft gedaan, betekent dat het einde van de bezwaarprocedure. Als de belastingplichtige later met een reactie komt op hetzelfde onderwerp, dan moet de inspecteur deze reactie aanmerken als een beroepschrift en verzenden naar de rechtbank.

Een man meldt vrijwillig eerder verzwegen vermogen op een Zwitserse bankrekening. De fiscus legt hem daarom op 4 augustus 2018 een navorderingsaanslag over 2014 op. De man dient vervolgens een bezwaarschrift in tegen de navorderingsaanslag. De inspecteur ontvangt dit bezwaarschrift op 7 september 2018 en verklaart het op 17 december 2018 ongegrond. De mant tekent geen beroep aan tegen deze uitspraak.
Op 29 november 2019 krijgt de man aanslagen IB/PVV over de jaren 2015 tot en met 2017 opgelegd. In zijn reactie, die de fiscus op 3 december 2019 ontvangt, brengt de man opnieuw de navorderingsaanslag over 2014 aan de orde. De inspecteur bestempelt de reactie als een tweede bezwaarschrift en een verzoek om ambtshalve vermindering. Hij verklaart het tweede bezwaarschrift ongegrond en wijst het verzoek om ambtshalve vermindering af. De man stelt voor Rechtbank Noord-Nederland dat de fiscus zich daar zo erg gemakkelijk mee van afmaakt.
De rechtbank constateert dat de inspecteur niet correct heeft gehandeld. Hij had moeten beseffen dat de bezwaarprocedure tegen de naheffingsaanslag op 17 december 2018 is geëindigd. Op die dag heeft hij immers uitspraak op bezwaar gedaan. De Belastingdienst kan niet voor een tweede maal uitspraak op bezwaar doen. In plaats daarvan had de fiscus het bezwaarschrift als beroepschrift moeten doorsturen naar de rechtbank.
Vervolgens neemt de rechtbank het bezwaar als een beroepschrift in behandeling. De rechtbank constateert dat de beroepstermijn voor dit bezwaarschrift is begonnen op 18 december 2018. De beroepstermijn van zes weken is dus op geëindigd op 28 januari 2019. Maar de fiscus heeft de reactie van de man pas ontvangen op 3 december 2019. Dit is een ruime overschrijding van de beroepstermijn, waarvoor de man geen goed excuus heeft. De rechtbank oordeelt dan ook dat het beroepschrift niet-ontvankelijk is. Vervolgens verklaart de rechtbank het beroep tegen de afwijzing van het verzoek om ambtshalve vermindering eveneens niet-ontvankelijk.

Bron: Rb. Noord-Nederland 07-05-2021 (gepubl. 14-05-2021)