Reiskostenaftrek dankzij inlichting Belastingtelefoon
De BelastingTelefoon vertelt ten onrechte aan een werknemer dat hij € 0,19 per zakelijke kilometer kan aftrekken. Als de werknemer op grond van die inlichting schade lijdt, kan hij een beroep doen op het vertrouwensbeginsel.
Voordat een man in 2016 in dienst trad bij een nieuwe werkgever, belde hij de BelastingTelefoon met vragen over de reiskostenvergoeding. Een medewerker van de BelastingTelefoon vertelde de man dat hij € 0,19 per zakelijk gereden kilometer kon aftrekken van zijn loon mits hij een sluitende kilometeradministratie zou bijhouden. Naar aanleiding van deze inlichtingen koos de man bij zijn nieuwe werkgever ervoor om in zijn eigen auto te blijven rijden. Hij ontving van zijn werkgever wel een volledig belaste reiskostenvergoeding van € 714 per maand. De werknemer trok daarnaast over 2016 € 0,19/km x 12.012 zakelijke kilometers = € 2.282 af als reiskosten. De inspecteur weigerde echter deze aftrek, waarop de werknemer in beroep ging.
Hof Den Bosch oordeelt dat de werknemer op grond van de wet geen reiskosten mag aftrekken. Vervolgens is de vraag of de man dankzij opgewekt te eerbiedigen vertrouwen alsnog de reiskosten mag aftrekken. Het hof stelt vast dat de BelastingTelefoon geen ondubbelzinnige toezegging heeft gedaan. In plaats daarvan heeft hij een inlichting verstrekt. In beginsel komt het risico van een onjuiste inlichting voor rekening van de belastingplichtige. Dat is anders als:
de inlichting niet zo duidelijk in strijd is met de juiste wetstoepassing, dat de belastingplichtige in alle redelijkheid moet beseffen dat de inlichting onjuist is; en
de belastingplichtige op basis van de onjuiste inlichting een handeling heeft verricht of nagelaten, waardoor hij schade heeft geleden. Deze schade mag niet bestaan uit het betalen van de wettelijke belasting.
Het hof stelt vast dat de man onvoldoende fiscaal onderlegd is om de onjuistheid van de ontvangen inlichting te beseffen. Bovendien heeft de man naar aanleiding van de inlichting gekozen voor de vaste kostenvergoeding. Was hij juist geïnformeerd, dan had hij gekozen voor een leaseauto van de zaak. Zijn partner had dan de eigen auto kunnen gebruiken. De leaseregeling blijkt voordeliger voor de man te zijn. Hij heeft dus schade geleden, waardoor hij zich kan beroepen op het vertrouwensbeginsel. De fiscus moet daarom de aftrek van de reiskosten toestaan.
Bron: Hof Den Bosch 14-10-2021