Alleen feitelijk eigen gebruik recreatiewoning btw belast
Een eigenaar van een recreatiewoning kan met een derde een beheer- en verhuurovereenkomst sluiten. Deze overeenkomst beperkt het eigen gebruik van de woning door de eigenaar. Vanwege die beperking tellen de perioden van leegstand niet mee als perioden van belast eigen gebruik van de woning voor de btw.
In 2010 wordt een man eigenaar van een recreatiewoning. Hij bestemt de woning geheel voor bedrijfsdoeleinden en brengt de in rekening gebrachte omzetbelasting op de recreatiewoning volledig in aftrek. Om de woning aan derden te verhuren is de eigenaar een beheer- en verhuurovereenkomst aangegaan met een bv. De eigenaar en de bv zijn onder meer overeengekomen dat hij minimaal 13 maanden van tevoren bij de bv aangeeft wanneer hij de woning zelf wil gebruiken. In 2013 is de woning gedurende 103 dagen verhuurd en 73 dagen privé gebruikt, de resterende tijd stond de woning leeg. De inspecteur legt voor het privégebruik een naheffingsaanslag omzetbelasting op.
Bij de Hoge Raad is in geschil of de perioden van leegstand van de woning ook worden geacht voor privédoeleinden te zijn geweest. Daarnaast is in geschil of het hoge of het lage tarief van toepassing is op het privégebruik van de vakantiewoning.
De Hoge Raad oordeelt dat de beheer- en verhuurovereenkomst het gebruik van de woning door de eigenaar beperkt. Daarom zijn alleen de nachten waarin de eigenaar de woning daadwerkelijk privé heeft gebruikt van belang. Niet ook de nachten van leegstand. Dit betekent dat alleen de nachten waarin de eigenaar de woning zelf privé heeft gebruikt moeten worden afgezet tegen alle nachten van het jaar. Verder oordeelt de Hoge Raad dat niet het lage tarief voor het verstrekken van logies van toepassing is, maar het algemene tarief van 21%.
Bron: Hoge Raad 25-03-2022