Soepelere aflossingsregeling coronabelastingschulden
Uit overleg met ondernemers en brancheorganisaties zijn een aantal scenario’s voortgekomen die ondernemers wat meer flexibiliteit bieden bij het aflossen van de coronabelastingschuld. Het kabinet wil de bestaande betalingsregeling op een aantal punten versoepelen voor bedrijven die tijdens corona een belastingschuld hebben opgebouwd.
Het kabinet ziet in twee mogelijkheden om in de kern gezonde ondernemingen flexibiliteit te bieden bij het terugbetalen. Dit kan door te betalen maandbedragen per kwartaal te mogen voldoen en door een incidentele betaalpauze mogelijk te maken binnen de bestaande betalingsregeling. Dit kan helpen voor bijvoorbeeld bedrijven met een sterk wisselende omzet door seizoensinvloeden. De algemene voorwaarde daarbij is dat gedurende de betalingsregeling nieuw opkomende verplichtingen tijdig worden nagekomen. Ook moet er een schriftelijk gemotiveerd verzoek om toepassing ervan worden gedaan, waaruit aflossingsproblemen blijken.
Zoals al eerder toegezegd zal de Belastingdienst vanaf 1 augustus 2022 tot 1 oktober 2023 een soepelere houding zal aannemen in saneringsakkoorden ten aanzien van het uit te keren bedrag (‘preferentiemaatregel’). De Belastingdienst neemt vanaf die datum genoegen met een gelijk percentage van de opbrengst uit een saneringsakkoord als aan concurrente schuldeisers wordt uitgekeerd (100% in plaats van 200% ten opzichte van concurrente crediteuren). Hiermee wil men de kans op saneringsakkoorden vergroten. Om saneringsakkoorden verder te stimuleren, heeft het de voorkeur van het kabinet om het fiscale saneringsbeleid aan te passen, zodat TVL- en NOW-schulden geen belemmering voor een saneringsakkoord zijn. Hiermee wordt de kans op een saneringsakkoord groter.
Per 7 juni 2022 is aan 279.000 ondernemers uitstel verleend voor een nog openstaande belastingschuld van € 21 miljard, waarvan € 20,4 miljard betrekking had op LH (€10,3 miljard), btw (€ 6,6 miljard), IB (€ 1,4 miljard) en Vpb (€ 2,1 miljard). In totaal hebben zo’n 400.000 ondernemers gebruik gemaakt van uitstel. Een deel van die ondernemers heeft de schuld al volledig afbetaald of heeft geen schuld meer omdat de belastingaanslag is volledig is verminderd. Hierdoor is inmiddels ruim de helft van het oorspronkelijke bedrag van € 47 miljard al afgelost.
Het merendeel van de ondernemers met belastingschuld behoort tot het midden- of kleinbedrijf en is IB-ondernemer. De hoogte van de schuld per bedrijf loopt uiteen; 65% van de ondernemers heeft een schuld van minder dan € 25.000. Dat zou neerkomen op een maximale aflossing van € 416 per maand. De overige 35%, ca. 97.000 ondernemingen, heeft een aanzienlijk hogere gemiddelde schuld, namelijk van € 195.000. Dat zou neerkomen op een maximale aflossing van € 3.250 per maand. Op grond van een data-analyse van de Belastingdienst zit zo’n 20% van de bedrijven in een ‘hoge risicocategorie’, omdat zij meer dan de helft van hun fiscale nettowinst, die is gebaseerd op de pre-coronajaren 2017-2019, voor aflossing van de belastingschuld moeten inzetten. Voor hen bestaat dus een verhoogd risico dat aflossen niet (volledig) gaat lukken.
Bron: MvF 01-07-2022