Zwart geld ontdekt door vergoeding vanwege inbraak safeloket
Ontvangt de huurder van een safeloket van de bank een vergoeding omdat in zijn safeloket is ingebroken? Die vergoeding kan dan de Belastingdienst opmerkzaam maken op de voormalige, wellicht verzwegen, inhoud van het safeloket.
Een zaak voor Rechtbank Zeeland-West-Brabant ziet op een man die een safeloket heeft gehuurd bij een bank in Nederland. In die safe bewaart hij sieraden en contant geld. Dit vermogen geeft hij niet op in zijn aangiftes inkomstenbelasting over de jaren 2015 tot en met 2018. In 2018 vindt bij de bank een inbraak plaats. Daarbij wordt de inhoud van de safe van de man gestolen. De bank kent hem daarvoor in 2019 vergoedingen toe. Het gaat om een vergoeding van € 110.953,38 voor het gestolen geld en € 23.180 voor de gestolen sieraden. De man meldt de ontvangst van deze vergoeding niet aan de Belastingdienst. Maar de bank licht de inspecteur wel in. De fiscus legt de man vervolgens navorderingsaanslagen en vergrijpboetes op. Daarop tekent de man beroep aan tegen de boetes.
De man beweert uit onwetendheid het vermogen in het safeloket niet te hebben opgegeven. Zijn belastingadviseur heeft hem niet gevraagd naar het safeloket en hij heeft die adviseur evenmin iets over de inhoud daarvan verteld. Maar de rechtbank vindt deze manier van handelen onachtzaam en onzorgvuldig. De man heeft geweten wat zich in zijn safe heeft bevonden. Daarnaast heeft de bank bij het uitkeren van de vergoeding de man gewezen op zijn plicht om zijn gehele inkomen en vermogen op te geven. Het is aan grove schuld aan de kant van de man te wijten dat te weinig belasting is geheven. De vergrijpboetes zijn daarmee terecht opgelegd.
Verder stelt de man nog dat de bank geen informatie over hem heeft mogen doorgeven aan de fiscus. Daarmee zou in strijd zijn gehandeld met privacywet- en regelgeving. De rechtbank wijst echter erop dat banken wettelijk verplicht zijn om informatie te geven die mogelijk van belang is voor de belastingheffing. Deze wettelijke verplichting is een uitzondering op de rechten en verplichtingen op grond van de privacyregelgeving. De klacht van de man baat hem dus niet.
Bron: Rb. Zeeland-West-Brabant 15-09-2022 (gepubl. 27-09-2022)