Jan van Nassaustraat 21, 2596 BL Den Haag
Ma – Vr 8:30 – 17:30
post@driessenaccountancy.nl

Casino-exploitant krijgt geen gelijk: geen individuele en buitensporige last door kansspelbelasting

X (belanghebbende) exploiteert casino’s en speelhallen in Nederland. Sinds 1 juli 2008 is X als exploitant van kansspelautomaten 29% kansspelbelasting verschuldigd over het brutospelresultaat. Hierdoor werd dit resultaat niet langer belast met omzetbelasting. In de periode juli 2008 tot en met april 2017 heeft X ruim € 15 miljoen aan kansspelbelasting afgedragen.
X claimt buitensporige last

X stelde bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant dat de invoering van de kansspelbelasting in plaats van omzetbelasting heeft geleid tot een individuele en buitensporige last.

De Rechtbank wees dit standpunt af. Dat X sinds 2009 verlies heeft geleden, is op zichzelf geen reden om te concluderen dat de kansspelbelasting een buitensporige last vormt. Dit zou alleen het geval zijn als:

Het verlies structureel is.
Dit verlies direct veroorzaakt is door de invoering van de kansspelbelasting.

Oordeel Rechtbank

De Rechtbank oordeelde dat X te maken had met een aanzienlijke omzetdaling, maar dat dit niet rechtstreeks door de kansspelbelasting kwam. De rechtbank acht aannemelijk dat de verminderde inworp (het bedrag dat spelers inzetten) de belangrijkste oorzaak is van de verslechterde financiële resultaten.

Omdat X niet kon bewijzen dat de kansspelbelasting de structurele verliessituatie had veroorzaakt, werd het beroep ongegrond verklaard.
Conclusie

De verlieslatende situatie van X is niet direct toe te schrijven aan de kansspelbelasting.
De omzetdaling komt volgens de Rechtbank vooral door een afname van de inworp.
Er is geen sprake van een individuele en buitensporige last.
Het beroep van X wordt afgewezen.