Jan van Nassaustraat 21, 2596 BL Den Haag
Ma – Vr 8:30 – 17:30
post@driessenaccountancy.nl

Dga aangemerkt als vermoedelijk genieter verdwenen omzet

Uit een boekenonderzoek blijkt dat een bv meer omzet heeft behaald dan verantwoord. Het ontvangen geld is echter niet meer in de bv aanwezig. In dat geval mag de fiscus de verzwegen omzet aanmerken als winstuitdeling aan de dga.

De Belastingdienst houdt een boekenonderzoek bij een bv met een horecaonderneming. De omzet van de bv in de jaren 2011 en 2012 blijkt op basis van gegevens uit het kassasysteem ongeveer € 1,6 miljoen hoger te zijn dan zij heeft verantwoord. De fiscus constateert dat deze verschillen zich niet voordoen bij andere gebruikers van dat kassasysteem. Verder komen dit soort verschillen bij de bv niet voor op dagen waarop de gehele omzet per factuur is betaald. De inspecteur concludeert dat de verantwoorde brutomarges te laag zijn. Hij weet dit ook voor de rechtbank aannemelijk te maken.
Het geld dat de bv heeft behaald met de niet-verantwoorde omzet bevindt zich niet meer in de bv. De Belastingdienst gaat ervan uit dat de bv deze omzet heeft uitgekeerd aan haar bestuurder en indirect grootaandeelhouder. De rechtbank kan zich daarin vinden. De dga had toegang tot het kassasysteem en voerde zelf ook mutaties in. Als feitelijk leidinggevende met actieve bemoeienis met het kassasysteem ligt het voor de hand dat hij zich bewust was van de bevoordeling. De fiscus heeft de dga daarom terecht navorderingsaanslagen opgelegd.

Bron: Rb. Den Haag 02-12-2020

Verlenging goedkeuring onbelaste vaste reiskostenvergoeding

De Belastingdienst heeft op 18 december 2020 een update over de verlenging van de goedkeuring van de vaste reiskostenvergoeding woon-werkverkeer gepubliceerd.

In ieder geval tot 1 februari 2021 kunnen de bestaande vaste reiskostenvergoedingen door de werkgever nog onbelast worden vergoed. Ook al worden deze reiskosten als gevolg van het thuiswerken niet meer (volledig) gemaakt. Voorwaarde is dat het vaste vergoedingen betreft die al voor 13 maart 2020 door de werkgever werden toegekend.
In januari 2021 komt het kabinet terug op hoe het na 1 februari 2021 om wil gaan met de onbelaste vaste reiskostenvergoedingen.
De vergoedingen van extraterritoriale kosten op grond van de zogeheten 30%-regeling zijn uitgesloten van bovengenoemde maatregel.

Bron: Belastingdienst.nl 18-12-2020

Combinatie splitsing en verkoop bedrijf kan zakelijk zijn

In beginsel wordt een juridische splitsing geacht onzakelijk te zijn als binnen drie jaar een verkoop van de afgesplitste onderneming plaatsvindt. Belastingplichtigen kunnen echter tegenbewijs bieden. Bijvoorbeeld als de combinatie van splitsing en verkoop nodig is om de continuïteit van de onderneming te waarborgen.

Een uitvaartverzekeringsmaatschappij behoort tot een groep van vennootschappen en maakt bovendien deel uit van een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting (FE). De uitvaartverzekeringsmaatschappij staat sinds 3 juni 2015 onder curatele van De Nederlandsche Bank (DNB). De groep wil de onderneming van de vennootschap afsplitsen. Deze afsplitsing moet plaatsvinden naar een nieuw op te richten vennootschap tegen uitreiking van één aandeel. Vervolgens zal een derde dit aandeel kopen. De uitvaartverzekeringsmaatschappij wil weten of zij onder deze omstandigheden de fiscale splitsingsfaciliteit mag toepassen. Als deze faciliteit niet van toepassing is, moet de vennootschap immers afrekenen over de stille reserves in de afgesplitste vermogensbestanddelen.
De splitsingsfaciliteit blijft achterwege als de (af)splitsing voor meer dan 50% is gericht op het uitstellen of ontgaan van belastingheffing. Een splitsing wordt geacht voor meer dan 50% te zijn gericht op uit- of afstel van belastingheffing als zij niet plaatsvindt op grond van zakelijke motieven. Stel nu dat binnen drie jaar na een juridische afsplitsing een verkoop plaatsvindt van de aandelen in de afsplitsende of afgesplitste vennootschap. In dat geval treedt een rechtsvermoeden in werking. De Belastingdienst gaat er in dat geval namelijk van uit dat de afsplitsing niet heeft plaatsgevonden op grond van zakelijke motieven. Belastingplichtigen hebben nog wel de mogelijkheid om in deze situatie tegenbewijs te leveren. En dat is precies wat de uitvaartverzekeraarsmaatschappij doet voor Rechtbank Gelderland.
De vennootschap wijst erop dat zij was gedwongen haar onderneming te verkopen, omdat deze binnen drie jaar niet meer solvabel zou zijn. Daardoor was de continuïteit van de onderneming ernstig in gevaar. Toch weigerden de oude aandeelhouders de noodzakelijke investeringen te doen. DNB had daarnaast onvoldoende vertrouwen in deze aandeelhouders. Verder bood een afsplitsing de koper meer zekerheid dan een activa-passivatransactie. De afsplitsing was daarmee een voorwaarde voor de koper om de onderneming te kopen. De rechtbank ziet in dit alles voldoende bewijs voor de zakelijkheid van de afsplitsing en de verkoop van het aandeel. De inspecteur moet daarom de toepassing van de splitsingsfaciliteit accepteren.

Bron: Rb. Gelderland 02-11-2020

Fiscus moet oude en nieuwe bestuurders kennen

De ontvanger van de belastingen hoeft niet alle bestuurders van een bv gelijktijdig aansprakelijk te stellen voor onbetaalde btw-schulden. Maar hij dient wel uit te zoeken wie de bestuurders zijn (geweest). Dit blijkt uit een uitspraak van Rechtbank Noord-Nederland.

Een bv krijgt de fiscus over de vloer voor een boekenonderzoek. De controlerend ambtenaar ontdekt dat de bv te weinig omzetbelasting heeft afgedragen. Onder andere de omzetbelasting over de verkoop van een bedrijfspand in 2014 is niet voldaan. Een van de indirecte aandeelhouders geeft toe daarvoor verantwoordelijk te zijn. Daarop krijgt de bv in 2017 naheffingsaanslagen omzetbelasting inclusief vergrijpboeten opgelegd. De bv kan deze naheffingsaanslagen niet betalen. Nu heeft de eerdergenoemde indirect aandeelhouder een broer die ook indirect aandeelhouder van de bv is. Deze broer is volgens het uittreksel uit het handelsregister van 27 september 2018 sinds 2018 de enige bestuurder van de bv. De ontvanger stelt daarom in 2018 deze bestuurder aansprakelijk voor de belastingschulden van de bv.
De aansprakelijkgestelde bestuurder begint daarop een beroepsprocedure. Hij stelt voor de rechtbank dat hij ten onrechte als enige bestuurder aansprakelijk is gesteld en zijn broer niet. De man laat vervolgens een uittreksel zien van het Handelsregister van 15 januari 2015. Het blijkt dat de man en zijn broer tot 1 januari 2018 samen het (in)directe bestuur van de bv vormden. De rechtbank wijst de man erop dat de ontvanger niet verplicht is gelijktijdig alle bestuurders aansprakelijk te stellen.
Maar daarmee is de kous nog niet af. De ontvanger is hier uitgegaan van de onjuiste veronderstelling dat er maar een bestuurder was. Hij heeft dit niet nader onderzocht. Daarmee heeft de ontvanger onzorgvuldig gehandeld. Hij moet daarom van de rechtbank opnieuw beslissen op het bezwaarschrift van de man. Daarnaast vernietigt de rechtbank de opgelegde vergrijpboete. De fiscus heeft onvoldoende bewezen dat het aan opzet of grove schuld van de aansprakelijk gestelde bestuurder was te wijten dat de btw over het bedrijfspand niet is voldaan.

Bron: Rb. Noord-Nederland 03-12-2020

De belangrijkste wijzigingen per 2021 op een rij

De Eerste Kamer heeft op 15 december 2021 het Belastingpakket 2021 aangenomen. Het ministerie van Financiën heeft de wijzigingen en cijfers voor 2021 inmiddels op een rij gezet. De inflatiecorrectie voor 2021 leidt tot een bijstelling voor daarvoor in aanmerking komende bedragen van 1,6%.

Het overzicht loopt vooruit op goedkeuring door de Koning en publicatie van de wet. Onderstaand de meest in het oog springende wijzigingen:

Sparen Spaarders en kleine beleggers met een vermogen tot € 50.000 (of € 100.000 met fiscaal partner) betalen vanaf 2021 geen belasting meer over dat vermogen. De rendementen over sparen en beleggen dalen. Het tarief van de belasting gaat wel iets omhoog van 30% naar 31%. Het aantal kleine spaarders en beleggers dat box 3-belasting betaalt daalt hierdoor met bijna 1 miljoen mensen. En het betekent dat iedereen met spaargeld of belegd vermogen tot € 220.000 (of € 440.000 met fiscaal partner) daarover minder belasting gaat betalen.

Heffingskortingen Door de verhoging van de arbeidskorting uit 2022 een jaar naar voren te halen, gaat werken komend jaar meer lonen. Zowel werknemers als zelfstandigen profiteren hiervan. Deze verhoging komt bovenop een al eerder geplande verhoging voor 2021. De algemene heffingskorting gaat € 126 omhoog. In 2021 daalt het basistarief in de inkomstenbelasting van 37,35% naar 37,10%. Tot slot wordt ook de ouderenkorting verhoogd.
In 2021 gaat de maximale inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) met € 66 omlaag naar € 2.815. Door een uitspraak van de Hoge Raad krijgt een ruimere groep co-ouders recht op de IACK. Om de IACK betaalbaar te houden, verlaagt het kabinet in 2021 daarom eenmalig deze korting.

Zelfstandigenaftrek De zelfstandigenaftrek wordt de komende jaren stapsgewijs afgebouwd. Per 1 januari 2021 wordt de zelfstandigenaftrek daarbij verlaagd van € 7.030 naar € 6.670. Hiermee wil het kabinet de fiscale verschillen tussen zelfstandigen en werknemers kleiner maken.

BIK Het kabinet stimuleert bedrijven om investeringen te doen met een nieuwe investeringskorting, de Baangerelateerde Investeringskorting (BIK). Deze tijdelijke regeling zorgt ervoor dat bedrijven ook in deze tijden blijven investeren in bijvoorbeeld nieuwe machines.
De regeling geldt voor investeringen in 2021 of 2022. Bij grote investeringen in een jaar is de korting tot € 5 miljoen 3,9%, daarboven 1,8%. Bedrijven kunnen de investeringskorting verrekenen met de af te dragen loonheffing. De mogelijkheid om als ‘fiscale eenheid’ gebruik te maken van de BIK, gaat pas later in. De Europese Commissie moet dit specifieke onderdeel nog goedkeuren. Als na deze goedkeuring de mogelijkheid om als ‘fiscale eenheid’ gebruik te maken van de BIK gaat gelden, is dit met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2021. Als die goedkeuring onverhoopt niet komt, zullen de percentages van de BIK met terugwerkende kracht tot 1 januari 2021 worden verhoogd. Bij grote investeringen in een jaar wordt de korting tot € 5 miljoen in dat geval 5%, daarboven 2,08%.

Belastingen voor het klimaat Internationaal vliegen wordt in tegenstelling tot de auto, bus of trein nu niet belast, maar levert tegelijkertijd wel een bijdrage aan de (wereldwijde) uitstoot. Daarom wordt per 1 januari 2021 een vliegbelasting ingevoerd. Luchthavens zullen dan per passagier die vanaf een Nederlandse luchthaven vertrekt, de belasting aan de luchtvaartmaatschappij in rekening brengen. Het tarief van de vliegbelasting voor 2021 is nu na correctie voor inflatie definitief vastgesteld op € 7,845.
Ook de CO2-heffing voor de industrie gaat in. De heffing stimuleert bedrijven op verstandige wijze om te verduurzamen.

Auto De overheid stimuleert milieuvriendelijker rijden. De CO2-grenzen en tarieven in de bpm voor personenauto’s worden per 1 januari 2021 aangescherpt passend bij de technologische ontwikkeling van personenauto’s.

Vennootschapsbelasting Meer mkb-bedrijven gaan in de komende jaren het lagere vpb-tarief betalen. Vanaf 2021 geldt het lage tarief van 15% voor winsten tot € 245.000 in plaats van € 200.000.

Bronbelasting Belastingontwijking wordt volgend jaar verder aangepakt. Zo gaat de bronbelasting op rente en royalty’s in. Met deze bronbelasting van 25% worden betalingen naar landen die geen of te weinig belasting heffen door Nederland belast en wordt ook de doorstroom via ons land tegengegaan.

Verliesverrekening Multinationals zullen eerlijker worden belast, met oog voor het vestigingsklimaat. Juist in economisch zware tijden is het belangrijk dat sommige bedrijven niet méér mogelijkheden hebben om hun belastingdruk te verlagen dan andere. Het verrekenen van verliezen bij bedrijven wordt daarom per 2021 beperkt.

Overdrachtsbelasting Vanaf 2021 betalen woningkopers jonger dan 35 jaar, die een huis kopen en daar zelf in gaan wonen, eenmalig geen overdrachtsbelasting. Dat scheelt hen 2% van de aankoopprijs. Vanaf 1 april 2021 geldt de aanvullende voorwaarde dat de woning niet duurder mag zijn dan € 400.000. Kopers van 35 jaar of ouder die in de woning gaan wonen betalen 2%. Andere kopers, zoals beleggers, gaan 8% betalen.

MDR Intermediairs zoals belastingadviseurs, accountants en financiële instellingen zijn vanaf 1 januari 2021 verplicht om grensoverschrijdende constructies die gebruikt kunnen worden om belasting te ontwijken bij de Belastingdienst te melden. Dit zijn fiscale constructies waarbij inwoners van verschillende landen zijn betrokken en die mogelijk gebruikt kunnen worden om belasting te ontwijken.

Verhoging tabaksaccijns Sigaretten, rooktabak en sigaren worden in 2021 duurder. Zo wordt een pakje van 20 sigaretten wordt per 1 januari 12 cent duurder. Een pakje shag van 50 gram wordt per 1 januari 30 cent duurder.

Bron: MvF 15-12-2020, Belangrijkste belastingwijzigingen per 1 januari 2021

NOW-loket vanaf 15 december weer open

Vanaf 15 december 9.00 uur is het weer mogelijk een aanvraag in te dienen voor de NOW-maatregel. Dit naar aanleiding van de lockdown die het kabinet maandagavond 14 december aankondigde. Werkgevers die vanwege deze nieuwe maatregelen een aanvraag voor de NOW willen indienen bij UWV, kunnen dat nu alsnog doen. Een aanvraag indienen kan nu tot en met 27 december.

Werkgevers komen in aanmerking voor een tegemoetkoming in de loonkosten voor de maanden oktober tot en met december als ze minimaal 20% omzetverlies hebben over een periode van drie maanden. Werkgevers die geen aanvraag hebben ingediend voor de tweede periode NOW kunnen zelf kiezen over welke periode het omzetverlies moet worden berekend: oktober-december, november-januari of december-februari. Zij kunnen in die keuze dus (enigszins) rekening houden met de nu aangekondigde maatregelen. Voor werkgevers die wel gebruik hebben gemaakt van de vorige periode NOW geldt dat de drie maanden waarover zij het omzetverlies opgeven, moeten aansluiten op de periode die ze de vorige keer hebben opgegeven.
De tegemoetkoming in de loonkosten is maximaal 80% bij een omzetverlies van 100% en evenredig minder bij een lager omzetverlies. In eerste instantie betaalt UWV een voorschot van 80% van de tegemoetkoming. Het voorschot wordt in drie termijnen betaald. Een aanvraag indienen voor de derde periode NOW kan tot en met 27 december 2020.
Sinds 16 november hebben zo’n 58.000 werkgevers een aanvraag ingediend voor de derde periode NOW. Van de ingediende aanvragen zijn er inmiddels 36.000 toegekend. Aan deze werkgevers, die samen 643.000 mensen in dienst hebben, is de eerste termijn van het voorschot overgemaakt, in totaal € 559 miljoen. De overige aanvragen zijn nog in behandeling.

Bron: UWV.nl 14-12-2020

Parkeren bij festival is afzonderlijke dienst tegen 21% btw

Volgens Rechtbank Noord-Holland vormt het aanbieden van parkeerplaatsen aan bezoekers van een evenement een afzonderlijke dienst. Deze prestatie valt daarom onder het normale btw-tarief van 21%.

Een bv organiseert jaarlijks een meerdaags popfestival. Om dit festival te mogen houden moet zij een evenementenvergunning hebben. Een onderdeel van de evenementenvergunning is een verkeers- en vervoersplan. In dat verband zorgt de bv voor pendelbussen tussen het festivalterrein en de dichtstbijzijnde in- en uitstapplaatsen van het openbaar vervoer. Daarnaast huurt zij een terrein dat zij tijdelijk inricht als parkeerterrein. Festivalbezoekers kunnen bij de bv festivalkaarten, parkeerkaarten en kaarten voor het gebruik van pendelkussen kopen. Ook combikaarten zijn verkrijgbaar. De bv past het normale btw-tarief toe over de parkeerkaarten, maar vindt dat achteraf onterecht.
De bv neemt het standpunt in dat het aanbieden van het festival en de parkeerplaatsen een samengestelde dienst. Deze dienst valt onder het lage btw-tarief, aldus de bv. Maar de rechtbank bestempelt de prestaties als afzonderlijke prestaties. Slechts 31% van de festivalbezoekers heeft het evenement met de auto bezocht. Daarom hoeft lang niet iedere bezoeker een parkeerkaart te kopen. Daarnaast brengt de bv voor de verschillende prestaties afzonderlijke vergoedingen in rekening.
Vervolgens verwijst de rechtbank naar een arrest van de Hoge Raad van 17 augustus 2018. Dit arrest betreft de situatie waarin binnen een kring van afnemers van de hoofdprestatie het belang bij het afnemen van de nevenprestatie onderling verschilt. In deze situatie kunnen de afnemers bovendien kiezen om de nevenprestatie al dan niet af te nemen. Deze omstandigheid vormt een aanwijzing dat de nevendienst geen bijkomende prestatie is die opgaat in de hoofdprestatie. De rechter oordeelt dat het aanbieden van parkeerplaats voor bezoekers die met de auto komen een doel op zich is. Daarom moet de bv het normale btw-tarief hanteren.

Bron: Rb. Noord-Holland 17-09-2020

Geen sluitende rittenregistratie voor bestelauto

Een ondernemer die niet overtuigend kan aantonen dat hij met zijn bestelauto minder dan 500 km privé heeft gereden, krijgt een bijtelling van 25% van de cataloguswaarde van de bestelauto voor privégebruik.

Een man is eigenaar van een transportbedrijf. Voor zijn werkzaamheden heeft de eigenaar in zijn onderneming een bestelauto tot zijn beschikking. De Belastingdienst heeft het privégebruik van de bestelauto onderzocht. Dat heeft geresulteerd in een navorderingsaanslag. In deze aanslag is een bijtelling van 25% van de cataloguswaarde van de bestelauto opgenomen.
Voor Rechtbank Den Haag is het de vraag of de inspecteur terecht een bijtelling in aanmerking heeft genomen voor de bestelauto. De eigenaar verklaart dat de bestelauto een zogeheten bakwagen is en alleen kan worden gebruikt voor goederenvervoer. De eigenaar parkeert de bestelauto na iedere werkdag bovendien buiten de woonwijk op een afgesloten terrein of loods. De andere dag haalt de man de auto weer op.
De rechtbank stelt vast dat de eigenaar geen bewijsmiddel heeft overgelegd waaruit de gereden zakelijke kilometers en privékilometers blijken. Met de enkele verklaring van de man dat hij de auto niet voor privé heeft gebruikt, heeft hij naar de mening van de rechtbank onvoldoende aangetoond dat hij zijn bestelauto alleen zakelijk heeft gebruikt. De bijtelling voor privégebruik is dan ook terecht. De eigenaar heeft aangegeven zich niet te hebben gerealiseerd dat hij een bijtelling moet toepassen. De informatie op de website van de Belastingdienst is volgens de eigenaar ook niet duidelijk. De rechtbank vat dit op als een beroep op het vertrouwensbeginsel. Aan de algemene voorlichtende informatie op de website van de Belastingdienst kan de eigenaa echter geen in rechte te beschermen vertrouwen ontlenen.

Bron: Rb. Den Haag 16-09-2020

Kabinet: 3,7 miljard aan extra steunmaatregelen

Veel ondernemers hebben het in de coronacrisis erg zwaar. Daarom breidt het kabinet het steun- en herstelpakket voor banen en economie verder uit. Ook gaan de geplande versoberingen van de steunmaatregelen voor het eerste kwartaal van 2021 niet door.

Bedrijven met hoge omzetverliezen, bijvoorbeeld omdat zij door de corona-maatregelen gesloten zijn, krijgen een extra tegemoetkoming. Met deze versterking is een bedrag van € 3,7 miljard gemoeid. Dat komt bovenop de € 33,7 miljard die de steun- en herstelpakketten tot nu toe hebben gekost. Hoewel de verwachting is dat volgend jaar verder herstel plaatsvindt, zal de werkloosheid in eerste instantie verder oplopen. Faillissementen en ontslagen nemen onvermijdelijk toe. Daarom zet het kabinet de steun voort.

NOW en TVL
De NOW blijft in het eerste kwartaal van 2021 gelijk aan het vierde kwartaal van 2020. De TVL krijgt een nieuw subsidiepercentage: afhankelijk van het omzetdervingspercentage bedraagt deze tussen de 50 en 70%. Ondernemingen met de grootste omzetverliezen krijgen hierdoor meer subsidie. Deze verruiming geldt voor het vierde kwartaal van 2020 en het eerste kwartaal van 2021. De verbreding van de SBI-codes voor de TVL blijft ook in het eerste kwartaal van 2021. Dat betekent dat ook bijvoorbeeld toeleveranciers van restaurants in aanmerking komen voor de TVL.

TOZO
Al eerder is aangekondigd dat de TOZO in de huidige vorm tot 1 april 2021 loopt. Bovendien gaat het kabinet per 1 januari zelfstandige ondernemers helpen om zich voor te bereiden op een nieuwe toekomst, bijvoorbeeld via coaching of bijscholing.

Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK)
Omdat niet iedereen geholpen is door deze maatregelen en er mensen tussen wal en schip kunnen belanden, wordt via de gemeenten extra hulp geboden door tijdelijke ondersteuning van noodzakelijke kosten als deze door inkomensterugval niet meer betaald kunnen worden. Bijvoorbeeld zelfstandigen die veel van hun opdrachten zien verdwijnen of werknemers die vanwege quarantaine inkomsten mislopen. Het kabinet reserveert hiervoor in het eerste half jaar van 2021 € 130 miljoen en verwacht 1 februari 2021 klaar te zijn met de uitwerking met gemeenten.

Belastingmaatregelen
Het kabinet verlengt de periode dat ondernemers uitstel van belasting of een verlenging van het uitstel kunnen aanvragen tot 1 april 2021. Ondernemers die nog niet eerder uitstel of verlenging hebben aangevraagd, kunnen dit nu alsnog doen. Voor ondernemers die eerder dit jaar al verlenging hadden gekregen, geldt het uitstel nu automatisch tot 1 april 2021. Ook vijf andere belastingmaatregelen worden verlengd tot die datum, zoals het btw-nultarief op mondkapjes en het fiscaal mogelijk maken van de betaalpauze voor hypotheekverplichtingen. Daarnaast treft het kabinet twee nieuwe maatregelen. Allereerst geldt tot 1 april 2021 een btw-tarief van 0% op COVID-19-vaccins en – testkits. Ten tweede stelt het kabinet de opslag voor voorraad- en aanpassingskosten horeca vrij van inkomsten- en vennootschapsbelasting.

Coronabanen
Het kabinet ondersteunt cruciale sectoren, zoals de zorg en het onderwijs, met tijdelijke coronabanen. Dat gebeurt door bestaande matching-initiatieven te steunen, en door mogelijk tijdelijk extra budget te geven aan deze sectoren. Het kabinet komt op zeer korte termijn met meer informatie.

Evenementensector
De zogenaamde seizoensmodule voor de evenementenbranche blijft ook in het eerste kwartaal van 2021 bestaan. Met deze module kunnen evenementenbedrijven waarvan de omzet sterk afhankelijk is van het seizoen, toch aanspraak maken op de TVL. Ook kan de sector in field labs gaan experimenteren met het veilig en verantwoord organiseren van een evenement. De evenementenbranche heeft hiertoe een plan ingediend en vanaf half januari kunnen zij aan de slag. Het kabinet overweegt om in het nieuwe jaar een field lab te starten voor cafés.

Vouchers reisbranche
De regering werkt samen met reisgarantiefondsen aan een zogenaamde ‘voucherkredietfaciliteit’. Reisorganisaties hebben vouchers uitgegeven ter compensatie van geboekte vakanties en pakketreizen die in 2020 niet door konden gaan. Met deze voucherkredietfaciliteit kunnen mensen de ontvangen vouchers verzilveren, ook als de reisorganisatie tijdelijk niet genoeg geld heeft. De contouren van dit plan zijn inmiddels verder uitgewerkt en het kabinet is in gesprek met brancheorganisaties en het garantiefonds SGR. De Europese Commissie zal zich ook nog over de uiteindelijke regeling buigen.

Ondernemers kunnen zich voor de kredietregelingen melden bij hun kredietverstrekker, bijvoorbeeld hun bank. De regeling tegemoetkoming loonkosten (NOW) loopt via het UWV en ondersteuning zelfstandige ondernemers (Tozo) via de eigen gemeente. Tegemoetkoming Vaste Lasten MKB (TVL) loopt via RVO. Voor belastingmaatregelen kunnen ondernemers terecht bij de Belastingdienst Zakelijk.

Bron: MvF, Min. SZW en Min EZK 9-12-2020

Tbs-regeling niet van toepassing bij huwelijksgemeenschap

Behoort een pand tot de huwelijksgemeenschap van een echtpaar dat in algehele gemeenschap van goederen is gehuwd? En oefent dit echtpaar in firma-verband een onderneming uit, waarbij beide partners gerechtigd zijn tot 50% van de overwinst? Dan is volgens Hof Den Haag geen sprake van een terbeschikkingstelling van een gedeelte van het pand door de ene echtgenoot aan de andere.

Een echtpaar is in algehele gemeenschap van goederen gehuwd. Zij oefenen in een vennootschap onder firma gezamenlijk een brood- en banketbakkersbedrijf uit. Tot de huwelijksgemeenschap behoort een pand. Dit pand bestaat uit een bovenwoning waarin kamers aan studenten worden verhuurd. De benedenverdieping is een winkelgedeelte met werkplaats/magazijn. Het pand is niet gesplitst. Er is een gemeenschappelijke sanitaire ruimte aanwezig. De bovenverdieping is alleen met een trap vanuit het magazijn bereikbaar.
Bij Hof Den Haag is het de vraag of iedere echtgenoot op zijn aandeel in het ondernemingsgedeelte van het pand voor de helft de tbs-regeling moet toepassen. Partijen zijn het erover eens dat het pand keuzevermogen is en dat het echtpaar het volledige pand dus tot het privévermogen mag rekenen.
Het hof stelt vast dat beide echtelieden volledig bestuursbevoegd zijn ten aanzien van het pand. Het echtpaar gebruikt het ondernemingsgedeelte van het pand in de gezamenlijk in firma-verband uitgeoefende onderneming. Het hof is daarom van mening dat de ene echtgenoot niet een gedeelte van het ondernemingsgedeelte van het pand ter beschikking stelt aan de andere echtgenoot volgens de tbs-regeling. De bakker gebruikt zijn aandeel in het pand in zijn eigen (subjectieve) onderneming. De andere helft gebruikt zijn vrouw voor haar onderneming. Elke echtgenoot moet de helft van het ondernemingsgedeelte van het pand tot het box 3-vermogen rekenen. Voor het ondernemingsgedeelte van het eigen aandeel in het pand mag iedere echtgenoot een fictieve gebruiksvergoeding in rekening brengen. Die gebruiksvergoeding bedraagt maximaal het voordeel uit sparen en beleggen (box 3) en is aftrekbaar van de winst.

Bron: Hof Den Haag 20-10-2020