Jan van Nassaustraat 21, 2596 BL Den Haag
Ma – Vr 8:30 – 17:30
post@driessenaccountancy.nl

Jaarlijkse ava wordt digitaal mogelijk

Door het ministerie van Justitie en Veiligheid is een voorstel voor een spoedwet ingediend waardoor aandeelhouders de jaarlijkse algemene vergadering digitaal kunnen houden. Ook wordt het mogelijk om via audiovisuele middelen een akte bij de notaris op te maken.

Het bestuur van rechtspersonen kan straks bepalen om een algemene vergadering te houden die uitsluitend via livestream (audio of video) te volgen is. Voorwaarde is wel dat de leden en aandeelhouders tijdens die vergadering of van tevoren vragen kunnen indienen, die uiterlijk op de vergadering zelf worden beantwoord. Mocht een lid of aandeelhouder niet optimaal hebben kunnen deelnemen aan zo’n vergadering, dan zijn de genomen besluiten toch rechtsgeldig. Ook kan het bestuur de termijn voor het houden van een algemene vergadering en de termijn voor het opmaken van de jaarrekening uitstellen.
De rechtspraak kan in meer gevallen elektronische communicatiemiddelen inzetten. Er wordt al gebruik gemaakt van videoverbindingen tijdens een mondelinge behandeling. Straks kan dit vaker worden toegepast zodat bijvoorbeeld een advocaat of een procespartij niet fysiek hoeft te verschijnen omdat met beeldbellen kan worden volstaan.
De aanpassingen gelden ook voor mensen die vanwege de corona-maatregelen niet in persoon bij de notaris kunnen verschijnen om een akte te ondertekenen, zoals een testament. Met behulp van audiovisuele communicatiemiddelen kan deze akte dan toch tot stand komen.
Verder wordt het mogelijk naast of in plaats van bloed, ook speeksel of slijm af te nemen van een verdachte, als het vermoeden bestaat dat deze drager is van een ernstige besmettelijke ziekte. Dit betekent dat verdachten kunnen worden getest op het corona-virus.

Het betreft een wetsvoorstel dat op 1 september 2020 vervalt. Omdat niet valt uit te sluiten dat de noodzaak voor de tijdelijke voorzieningen ook na deze datum nog blijft bestaan, is een mogelijkheid opgenomen om deze termijn telkens met twee maanden te verlengen. Voor enkele onderdelen geldt terugwerkende kracht tot en met 23 maart 2020.

Bron: Min. J&V, 08-04-2020, wetsvoorstel en memorie van toelichting

Geen aparte melding betalingsonmacht meer nodig

Volgens het Forum Fiscaal Dienstverleners en de Belastingdienst heeft het ministerie van Financiën besloten dat een aparte melding betalingsonmacht niet meer nodig is.

Men hoeft deze melding niet meer afzonderlijk te doen als men om uitstel van betaling in verband met corona gaat vragen voor loonheffingen en/of omzetbelasting van een rechtspersoon, die onder de vennootschapsbelasting valt. Dit geldt voor zowel de al verstreken als voor de toekomstige tijdvakken.
Op het Forum wordt daarbij het volgende voorbeeld gegeven:
Een bv draagt de loonheffing over de maand februari 2020 in verband met de coronacrisis niet af. Op 24 april 2020 ontvangt de vennootschap de naheffingsaanslag. Hiervoor doet de bv een verzoek om bijzonder uitstel van betaling in verband met de coronacrisis. Deze wordt als melding betalingsonmacht aangemerkt. Niet alleen voor de komende tijdvakken maar ook voor de maand februari is de melding tijdig.

Bron: Belastingdienst en Forum Fiscaal Dienstverleners, 08-04-2020

Oudedagsreserve verhoogt ondernemingsvermogen niet

Onder bepaalde omstandigheden valt een opgebouwde oudedagsreserve vrij voor zover zij meer bedraagt dan het ondernemingsvermogen aan het einde van het jaar. Bij de berekening van het ondernemingsvermogen mag de ondernemer de oudedagsreserve niet meerekenen.

Een ondernemer heeft in het jaar 2016 de pensioengerechtigde leeftijd bereikt. Daarom moet zijn oudedagsreserve (FOR) vrijvallen. Tenminste, voor zover deze het ondernemingsvermogen eind 2016 overschrijdt. Aan het einde van 2016 hebben de activa van de onderneming een boekwaarde van € 4.072. De schulden bedragen € 632 en de FOR staat op € 15.173. Toch stelt de ondernemer dat de FOR het ondernemingsvermogen niet te boven gaat. Hij meent namelijk dat de hij de FOR mag optellen bij het ondernemingsvermogen. De inspecteur keurt dit echter af. Hij stelt dat het ondernemingsvermogen slechts € 4.072 -/- € 632 = € 3.440 bedraagt. In dat geval moet de FOR voor € 15.173 -/- € 3.440 = € 11.733 vrijvallen. Het geschil belandt voor Rechtbank Zeeland-West-Brabant.
De rechtbank haalt de wet erbij. In dit kader stelt de wet het ondernemingsvermogen op de boekwaarde van de onderneming na aftrek van de fiscale reserves. Hierbij moet men de FOR niet tot de fiscale reserves rekenen. De ondernemer hoeft de FOR dus niet af te trekken van de boekwaarde van zijn activa. Maar daar is dan ook alles mee gezegd. Het is niet toegestaan om de FOR op te tellen bij het ondernemingsvermogen. De rechtbank verklaart daarom het beroep van de ondernemer ongegrond.

Bron: Rb. Zeeland-West-Brabant 20-03-2020

Lager gebruikelijk loon door COVID-19

De Belastingdienst heeft aangegeven dat het gebruikelijk loon voor de rest van het jaar mag worden verlaagd in verband met de coronacrisis. Dit hoeft niet van te voren te worden afgestemd met de Belastingdienst.

Volgens het Forum Fiscaal Dienstverleners stelt de Belastingdienst zich, in verband met de coronacrisis, soepeler op met betrekking tot het gebruikelijk loon. Zo staat de fiscus toe dat een bv het gebruikelijk loon over 2020 achteraf bepaalt. Aan het einde van het jaar zullen ook meer gegevens bekend zijn om het gebruikelijk loon te bepalen. Bovendien mogen de bv en haar dga tijdelijk een lager maandloon overeenkomen. Dit geldt alleen voor de nog komende maanden. Het is niet toegestaan dat de bv het loon dat de dga al heeft genoten met terugwerkende kracht verlaagt. Zij hoeven daarvoor geen vooroverleg met de inspecteur te houden. Voor de verlaging van het maandloon geldt wel de voorwaarde dat de coronacrisis grote gevolgen moet hebben voor de omzet en liquiditeit van de bv.

Bron: Forum Fiscaal Dienstverleners 1 april 2020

Bijzonder uitstel van betaling uitgebreid

Uit een Kamerbrief van staatsecretaris Vijlbrief blijkt dat het versoepelde uitstel ook geldt voor de kansspelbelasting, assurantiebelasting, verhuurderheffing, milieubelastingen (EB/ODE, kolenbelasting, afvalstoffenbelasting, belasting op leidingwater), accijns (minerale oliën, alcohol en tabak), verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken en vergelijkbare belastingen in Caribisch Nederland. Het versoepelde uitstelbeleid geldt tot 19 juni 2020.

Voor deze belastingen kan in de loop van deze week (week 15) ook gebruik worden gemaakt van het onlineformulier om uitstel aan te vragen. Ook hiervoor geldt dat men hiervoor gebruik kan maken van DigiD. Vanaf het moment dat het formulier is ingediend, wordt de invordering voor een periode van drie maanden direct stil gelegd. Uitstel van betaling voor aangiftebelasting is echter pas mogelijk als een (naheffings)aanslag is ontvangen. Is er nog geen aanslag opgelegd, dan wordt het verzoek om uitstel niet in behandeling genomen. Het is niet nodig voor elke (nieuwe) belastingaanslag apart uitstel te vragen.

Douane
Naast de genoemde belastingen is het ook mogelijk dat wanneer bedrijven ten aanzien van douanerechten tijdelijk niet aan hun betalingsverplichtingen kunnen voldoen, hiervoor op verzoek uitstel van betaling wordt verleend. Ook voor andere termijnen rond douaneformaliteiten zijn maatregelen genomen om in overleg met de betreffende bedrijven naar oplossingen te zoeken. Deze maatregelen zijn gebaseerd op de EU-douanewetgeving.

Meer dan drie maanden uitstel
Ook als ondernemers verwachten dat zij langer uitstel nodig hebben dan drie maanden, kan hier schriftelijk om worden verzocht. Bij een verzoek om uitstel voor langer dan drie maanden vervalt de eis dat een verklaring van een derde-deskundige mee moet worden gestuurd als de totale belastingschuld waarvoor uitstel wordt gevraagd minder dan € 20.000 bedraagt. Wel moeten cijfers worden meegestuurd waaruit blijkt dat de omzetcijfers of de bestellingen/reserveringen aanzienlijk zijn gedaald ten opzichte van de voorgaande maanden.
Bij een financieel belang van € 20.000 of meer blijft er wel een verklaring van een derde-deskundige vereist. De staatssecretaris wil dit echter zo eenvoudig mogelijk maken en kom binnenkort met een nadere uitwerking.
De Belastingdienst behandelt het schriftelijk verzoek om uitstel van betaling op dezelfde manier als een online verzoek.

G-rekening
Voor ondernemers met een g-rekening is het, naast de bestaande mogelijkheid voor het deblokkeren van overschotten, ook mogelijk om de g-rekening vrij te geven ter hoogte van het bedrag waarvoor bijzonder uitstel van betaling is verleend. Hierdoor krijgen deze ondernemers dezelfde mogelijkheden als ondernemers zonder g-rekening. Een instructie voor het aanvragen van de (aanvullende) deblokkering wordt op de website van de Belastingdienst geplaatst.

Energieleveranciers
Het kabinet wil de heffing van de EB en de ODE voor bedrijven tijdelijk uitstellen. Zo worden energieleveranciers de EB en de ODE over april, mei en juni 2020, alsmede de btw hierover, op een later moment verschuldigd dan normaal. Uitgangspunt hierbij is dat de energieleverancier voor leveringen in de maanden april, mei en juni 2020 geen EB en ODE, noch de btw hierover, in rekening brengt bij de betreffende klanten. In oktober 2020 worden de EB en ODE, vermeerderd met de btw hierover, via een aanvullende factuur alsnog in rekening gebracht en verschuldigd door de energieleveranciers. De goedkeuring geldt niet voor leveringen van aardgas en elektriciteit door energieleveranciers waarbij het tijdvak van de eindfactuur op een langere periode dan een kalendermaand ziet (huishoudens en kleinere bedrijven). Mochten bedrijven en particulieren als gevolg van de coronacrisis in betalingsproblemen komen, dan zijn de energieleveranciers bereid in gesprek te gaan om individuele afspraken te maken. Een en ander zal worden vastgelegd in een beleidsbesluit.

Bron: MvF 02-04-2020

Vraag online bijzonder uitstel van betaling aan

Het is nu mogelijk online bijzonder uitstel van betaling aan te vragen. Met het ‘Verzoek bijzonder uitstel voor 3 maanden’ vraagt ‘men automatisch uitstel aan voor alle aanslagen inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, omzetbelasting (btw) en loonheffingen.

Door inzending van het formulier wordt de invordering voor een periode van drie maanden direct stil gelegd. Uitstel van betaling is echter pas mogelijk als een aanslag is ontvangen. Is er nog geen aanslag opgelegd, dan wordt het verzoek om uitstel niet in behandeling genomen. Het is niet nodig voor elke (nieuwe) belastingaanslag apart uitstel te vragen.
Het formulier kan met behulp van DigiD worden ingevuld. Dit geldt zowel voor eenmanszaken en zzp’ers als voor ondernemingen met rechtspersoonlijkheid. In het laatste geval kan de werknemer of fiscaal dienstverlener met zijn eigen DigiD inloggen. Het DigiD zal verder niet worden gebruikt en niet worden opgeslagen. Op het formulier moet een RSIN of BSN worden ingevuld. Van die gegevens zal voor het uitstel worden uitgegaan.
De Belastingdienst stuurt een schriftelijke ontvangstbevestiging van het verzoek toegestuurd. In verband met de verwachte drukte kan dat enige tijd duren.

Boete
Ondernemers die een boete krijgen wegens te late betaling van hun aangifte omzetbelasting of loonheffingen vanwege de coronacrisis, hoeven geen actie te ondernemen. De boete zal automatisch worden teruggedraaid. Vanaf welk moment dit gebeurt is nog niet duidelijk. Men hoeft hiervoor geen bezwaarschrift in te dienen.

Schriftelijk uitstel
Schriftelijk bijzonder uitstel van betaling aanvragen voor drie maanden kan ook. Stuur daarvoor een brief aan de Belastingdienst met het verzoek om uitstel van betaling en geef aan dat door de uitbraak van corona er betalingsproblemen zijn. Ook als ondernemers verwachten dat zij langer uitstel nodig hebben dan drie maanden, kan hier schriftelijk om worden verzocht. Stuur het verzoek om uitstel met motivering naar:

Belastingdienst
Postbus 100
6400 AC Heerlen

De Belastingdienst behandelt het schriftelijk verzoek om uitstel van betaling op dezelfde manier als een online verzoek.

De Belastingdienst vraagt ondernemers nadrukkelijk om de aangifte wel op tijd te blijven doen.

Bron: Belastingdienst

Dga geniet loon door bestaan rekening-courant

Betaalt een bv het loon van haar dga niet uit, dan kan de dga stellen dat hij het loon niet heeft genoten. Hij is over dat niet-genoten loon evenmin belasting verschuldigd. Heeft die dga echter een rekening-courantschuld aan de bv, dan is verrekening mogelijk. De dga heeft het loon dan fiscaal gezien toch genoten.

Een dga krijgt van zijn bv over de jaren 2013 en 2014 een loon toegekend van € 81.637. Hoewel de bv in die jaren maar € 13.556 respectievelijk € 15.000 uitbetaalt, houdt zij wel het volle bedrag aan loonbelasting in. De dga neemt als standpunt in dat hij het niet-uitbetaalde loon fiscaal gezien niet heeft genoten. Maar zelfs al had hij het loon genoten, zo stelt de dga, dan heeft hij dit loon ter beschikking gesteld aan zijn bv door het niet te innen. In dat geval meent hij dat hij de bijbehorende vordering op zijn bv kan afwaarderen. De Belastingdienst gaat niet mee in de redenering van de dga. Daarom probeert de dga zijn gelijk te halen in een beroepsprocedure voor Rechtbank Noord-Holland.
De rechtbank constateert dat de dga het niet-uitbetaalde loon wel degelijk heeft genoten. Het desbetreffende bedrag is namelijk te verrekenen met de rekening-courantschuld van de dga aan zijn bv. De dga werpt tegen dat volgens de wet de werkgever alleen in specifieke gevallen het loon van een werknemer mag verrekenen met zijn schuld. Anders geldt een verrekeningsverbod. De rechtbank bevestigt dat normaal gesproken verrekening tussen loon en schulden van een werknemer is verboden. Maar dit verbod rust op de werkgever, omdat het is bedoeld om werknemers te beschermen. Als een werknemer zelf baat heeft bij verrekening, geldt het verbod niet. De rechter verwerpt eveneens de stelling dat sprake zou zijn van terbeschikkingstelling.

Bron: Rb. Noord-Holland 03-04-2019